46 58 Zie het ‘Living Planet Report’, WWF (2006). Deze waarden zijn gemeten voor het jaar 2003. 59 Quota worden bepaald door berekeningen en studiewerk van wetenschappers, in overleg met andere betrokken actoren. verhandelbare rechten) instrumenten. Een aantal economische instrumenten wordt hier besproken. Ten eerste zijn dat vergunningen of quota die al dan niet verhandelbaar kunnen zijn. In plaats van dat overheden (nationaal of mondiaal) via het invoeren van belastingen de vraag naar een product trachten te verlagen, lijkt het ecologisch economen beter om, in geval van verhandelbare vergunningen, quota op te leggen. Daarmee worden een maximaal toelaatbare vervuiling of gebruik van hernieuwbaar natuurlijk kapitaal58 en de schaal rechtstreeks biofysisch vastgelegd. Voorbeelden zijn quota voor Europese bedrijven in het kader van de toepassing van het Kyoto-akkoord en de individuele vliegquota (Terra Reversa). Een ander instrument is een progressieve consumptiebelasting. Ter realisatie van een rechtvaardigere verdeling van grondstoffen en gelijke milieugebruiksruimte, worden hogere belastingtarieven op milieubelastende en luxeproducten voorgesteld. Daarnaast zal via een progressief belastingstelsel over inkomen en gecumuleerde vermogens, waarbij de belasting kan oplopen tot 100% in de hoogste belastingschijf, herverdeling plaatsvinden. Ecologische economen pleitten onder het motto ‘Tax bads (datgene waar een tekort aan is: milieu), not goods (datgene waarvan er voldoende is: arbeid)’, voor drastische vergroening van de fiscaliteit. Door gelijktijdig de lasten op arbeid te verlagen kan dat, aldus de ecologisch economen, de werkgelegenheid ten goede komen. Bedrijven kunnen hierdoor goedkoper mensen aannemen en worden tevens aangemoedigd anders om te gaan met grondstoffen en energiebronnen (Daly, 2008). Het argument van goedkope arbeidskracht verliest echter aan gewicht wanneer bedrijven automatiseren en er sprake is van off shoring. Daarom pleit Daly (2008) voor een grotere participatie van werknemers in ownership of business, zodat inkomen gerelateerd is aan het aandeel dat werknemers in het bedrijf hebben. Als een van de oplossingen voor mondiale ongelijkheid, wordt de Tobinbelasting aangedragen. Deze Tobinbelasting wordt geheven op speculatieve transacties. Bij een dreigende financiële crisis zou een hoge belasting verdere speculatie afremmen, en daarmee de kans op monetaire crises doen verkleinen. De inkomsten van de belastingheffing zouden dan bestemd zijn voor sociale en ecologische investeringen. Er is echter enige terughoudendheid op zijn plaats ten aanzien van de reikwijdte van de genoemde economische instrumenten. Daarom zijn sommige ecologische economen voorstander van een sterke Wereldmilieuorganisatie die beschikt over een krachtig sanctiebeleid. Zelfs het oude idee van Keynes59, de oprichting van een globale bank, International Clearing Union (ICU), wordt weer uit de kast gehaald. Deze constructie van een vereveningsunie zou een oplossing bieden voor landen met een handelstekort. Zowel het schuldeisende land als het schuldhebbende land moet bijdragen aan de oplossing. Dat is mogelijk wanneer crediteurlanden verplicht worden hun surplussen te spenderen in de debiteurlanden. Zo hoeft volgens dit idee een tijdelijk tekort niet uit te groeien tot een permanente schuld (Jones, 2006). Tot slot komt een tweetal indicatoren naar voren in de ecologische economie. Dat zijn de materiaalstroomanalyse (MFA) en de Milieugebruiksruimte (MGR). Deze laatste is in het voorgaande reeds toegelicht. Bij de vraag hoeveel dematerialisatie nodig is om een ecologisch duurzame economie te realiseren, wordt onder meer de materiaalstroomanalyse gebruikt. Met de materiaalstroomanalyse wordt een Pagina 53

Pagina 55

Heeft u een publicatie, invender of e-sportbladen? Gebruik Online Touch: tijdschrift bladerbaar maken.

393 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication