dematerialisatiestandaard bepaald (het verbruik in ton). Deze geeft aan hoe snel de doorstroom van de (huidige) hoeveelheid materie en energie moet worden teruggevoerd. Er zijn twee bekende standaarden: factor vier standaard en factor tien. Deze standaarden geven aan hoe drastisch en snel de doorstroom moet worden teruggebracht. Factor vier gaat uit van een verdubbeling van de mondiale welvaart (als aanname, waarbij ontwikkelingslanden met name nog een inhaalslag hebben te maken). Voor dit scenario zal een halvering van de grondstofinput nodig zijn binnen drie à vijf decennia. Voor de geïndustrialiseerde landen is een hogere factor vereist, namelijk factor tien, omdat er sprake is van een groter verbruik en er al ernstigere milieuschade is. De factor tien standaard is inmiddels ook opgenomen in het Global Environment Outlook-rapport.60 Praktijk Duidelijk is dat veel elementen − en zeker het streven naar een steady state op nationaal niveau − van de ecologische economie nog niet in de praktijk zijn gebracht. Toch zijn op onderdelen − zoals de voorgestelde beleidsdoelen als quota, belastingen en subsidies − veel voorbeelden voorhanden. Aangezien deze beleidsdoelen op zichzelf niet direct leiden tot vernieuwend of transformatief beleid, zullen deze maatregelen afzonderlijk volgens veel ecologische economen lang niet voldoende zijn. Het principe van cradle to cradle wordt door sommigen wel gezien als uitwerking van de steady state. Productieprocessen moeten hierbij gesloten zijn en afval dient wederom gebruikt te worden. De logica van de natuur wordt als basis genomen. Er mag geen kwaliteitsverlies zijn en er mogen evenmin restproducten zijn die alsnog gestort worden. In plaats daarvan moeten er verstandige kringloopsystemen worden bedacht. Het toepassen van de ecologische voetafdruk door de Europese Commissie en door landen afzonderlijk, maar ook tal van andere maatregelen zullen waarschijnlijk maar zeer beperkt tegemoetkomen aan het streven van een de-growth economie en een rechtvaardige herverdeling. Toepasbaarheid voor een geregionaliseerd landbouwsysteem • Ecologische Basisrechten Het aanbod van duurzame, biologische en fairtradeproducten staat niet in verhouding met het aanbod van goederen die niet op deze wijze worden geproduceerd. Wanneer consumenten echter in gelijke mate de keuze hebben tussen producten van het ene soort en producten van het andere, zouden zij vaker voor de duurzame fairtradevariant kiezen. Uit een onderzoek van MarketResponse bleek dat een derde van de ondervraagde mensen behoefte heeft aan een supermarktketen met verantwoord vers voedsel.61 Op dit moment moeten consumenten meer dan gemiddeld moeite doen om voor de alledaagse behoeften biologische of fairtradeproducten te vinden. Apart, dat wil zeggen: alleen biologisch of alleen fairtrade, zijn deze producten in speciaalzaken wel te vinden. Het zijn dan met name de al ‘bewuste’ consumenten die de gang naar deze winkels maken. Regionalisering houdt onder meer in dat gekeken wordt naar ecologische basisrechten62 van mensen op wereldschaal. Om de ecologische basisrechten van mensen uit ontwikkelingslanden te beschermen, kan in het kader van een geregionaliseerd landbouwsysteem gedacht 47 60 Dit voorstel werd gedaan door Keynes ten tijde van de Bretton Woods-onderhandelingen in 1944. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog werd onderhandeld hoe Europa weer kon worden opgebouwd. 61 Het milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP). 62 ‘Biologische producten geen vanzelfsprekendheid in Nederlandse keuken’, opgehaald op 24-10-2008 van http://www. biologisch-producten.nl . Pagina 54

Pagina 56

Interactieve internet tijdschrift, deze nieuwsbrief of spaarprogramma is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online op uw website plaatsen van digi-onderwijsmagazines.

393 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication