16 het beperkte welvaartsbegrip dat ten grondslag ligt aan de economiebeoefening. Er zijn een aantal kritiekpunten op het BBP. Zo wordt er geen rekening gehouden met sociale kosten (een toename van autoverkeer leidt tot hogere gezondheidskosten, een grotere werkdruk veroorzaakt meer burn-outs). Daarnaast wordt niet alle productie in het BBP meegenomen, zoals onbetaalde arbeid (huishoudelijk werk, mantelzorg en vrijwilligerswerk). Ook wordt de milieuschade niet meegerekend (Keune, Elzinga & De Ruyter, 2006). Meerdere mensen pleiten daarom voor herdefiniëring of het herwaarderen van het welvaartsbegrip. Heertje beschrijft als probleem dat te veel nadruk wordt gelegd op monetaire transacties binnen de economische beschouwingswijze. Behoeften aan natuur, open ruimte, en cultuur kunnen thans niet goed in economische termen worden vertaald, met als gevolg dat ze buiten het economische welvaartsbegrip worden gehouden en zodoende buiten de economie worden geplaatst (Heertje, 2007). 2.4 Alternatieve welvaartsindicatoren Het meten van de welvaart, zoals beoefend door het Centraal Plan Bureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek, en met name het gebruik van nationale welvaartsindicatoren (Bruto Binnenlands Product, BBP), vormt sinds enkele decennia onderwerp van discussie. Naar aanleiding van kritiek op het economisch groeimodel, de beperkte invulling van het begrip economie en de puur economische en dus eenzijdige benadering van de welvaart, zijn diverse economen aan de slag gegaan met het ontwikkelen van indicatoren die trachten een beter beeld te geven van de economische werkelijkheid. Eén en ander heeft geresulteerd in een set aan alternatieve meetinstrumenten. Binnen deze meetinstrumenten is onderscheid te maken tussen complementaire, correctieve en transformatieve welvaartsindicatoren. In Bijlage 1 zijn de belangrijkste alternatieve indicatoren beschreven. 2.5 Mens- en Maatschappijbeeld 23 De rationeel handelende mens die streeft naar een maximale behoeftebevrediging. Er is al veel geschreven en gezegd over het bijzondere mensbeeld − de homo economicus23 − dat binnen de economische wetenschap nog steeds een grote rol speelt. Het is niet nodig te herhalen waarom dit mensbeeld niet in overeenstemming is met hoe mensen in de alledaagse werkelijkheid handelen. Heertje haalt Hennipman aan, die volgens hem al lang heeft afgerekend met de homo economicus. Door het toepassen van subjectivistische waarderingen van consumenten voor goederen, uitgedrukt in nutsfuncties, hoeft volgens Heertje niet meer over rationele en irrationele overwegingen te worden gesproken (Heertje, 2006). Economen hebben echter verschillende maatschappijvisies die vaak van grote invloed zijn op de structuur van de modellen Pagina 23

Pagina 25

Heeft u een magazine, page flip of ekranten? Gebruik Online Touch: spaarprogramma online op uw website plaatsen.

393 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication