14 1. Uit puur plezier, als een soort hobby; 2. In de bedoeling bepaalde effecten tot stand te brengen en bepaalde prestaties te leveren, hetzij omdat anderen dit willen, hetzij omdat de betrokkene dit zelf als noodzakelijk beschouwt; 3. Alleen om quitte te spelen. Dit levert weliswaar niets op maar kost ook niets, als een bos er toch al is of eenvoudig is aan te leggen; 5. Als mogelijkheid om rendement te behalen. 4. Als mogelijkheid om in het levensonderhoud te voorzien of daar in ieder geval iets toe bij te dragen; Zoals bij alle ideaaltypische indelingen is er ook hier in werkelijkheid natuurlijk vaak eerder sprake van een mengvorm of een combinatie. Maar bij de beantwoording van onze uitgangsvraag – hoe bedrijfsmatig is de natuursector – kunnen we gebruik maken van het feit dat elk van deze motieven gerelateerd kan worden aan het wel of niet streven naar voordeel (zie Tabel 2). Uit Tabel 2 blijkt dat er een type bedrijf (hobby) duidelijk geen voordeel hoeft te behalen, terwijl de bedrijven met levensonderhoud en rendement duidelijk wel een voordeel moeten halen (op korte dan wel lange termijn). Twee typen bedrijven zitten ertussenin (totstandbrenging producten en quitte spelen); zij hoeven weliswaar geen financieel voordeel (d.w.z. winst) uit het bedrijf te halen, maar moeten wel weer zodanig functioneren dat zij voldoende uit de activiteiten halen om kosten te kunnen dekken. Met andere woorden: zij moeten uit bepaalde activiteiten wel voordeel halen om kosten te kunnen dekken. Dit betekent dat in principe alleen het type hobby niet bedrijfsmatig hoeft te werken. Tabel 2: Typologie en bedrijfsmatigheid (gebaseerd op Schanz, 2000). Hoofdmotief voor de exploitatie van bos Hobby Totstandbrenging van effecten en leveren van prestaties Quitte spelen Levensonderhoud Rendement Bedrijfsmatigheid Geen voordeel noodzakelijk Geen totaal voordeel noodzakelijk, wel voldoende geld nodig om de kosten van de te leveren prestaties en effecten te dekken Geen totaal voordeel noodzakelijk, wel voldoende geld nodig om kosten te dekken Winst op de korte termijn Winst op de lange termijn De indeling van Schanz (2000) vormt het raamwerk om te bepalen hoe bos/natuur bedrijven rekenen, daarmee rekening houdend dat dit een ideaal-typologie is en dat mengvormen en combinaties mogelijk zijn. Dat wil zeggen dat we het raamwerk van Schanz (2000) gebruiken om de vragen voor de enquête op te stellen om erachter te komen welk type bedrijven er zijn, maar dat uit de resultaten zal kunnen blijken dat de typen bedrijven in Nederland van de indeling van Schanz (2000) afwijken. De resultaten zullen laten zien hoe groot (of klein) de verschillen zijn. Pagina 25

Pagina 27

Voor mailings, online uitgaves en handleidingen zie het Online Touch CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een e-commerce shop in uw PDF-en.

558 Lees publicatie 222Home


You need flash player to view this online publication