8 3 Dit is gebaseerd op uitspraken van bedrijven in de biomassahandel. Exacte cijfers of zelfs schattingen over de export ontbreken. ke prijs) kan worden geoogst en anderzijds omdat ook vanuit het buitenland wordt getrokken aan de Nederlandse biomassa. Een belangrijk deel van de houtige biomassa wordt geëxporteerd en is daarmee niet meer beschikbaar voor de Nederlandse markt3. Nieuwe marktpartijen zullen daarom meer moeite moeten doen om aan voldoende brandstof te komen, wat normaal gesproken een prijsverhoging met zich mee brengt. Dit is de laatste jaren dan ook al gebeurd, hoewel altijd moeilijk te voorspellen is of de gestegen prijzen voor biomassa blijvend zijn. Steeds meer wordt er daarom gekeken naar alternatieve bronnen voor houtige biomassa in Nederland. Temeer omdat de import van biomassa uit duurzaamheidsoogpunt (transportafstand, ontbossing, et cetera) niet altijd wenselijk is. Energieplantages van snelgroeiende boomsoorten als wilg, ook wel korte-omloop-bossen genoemd, worden internationaal gezien als een potentieel belangrijke grondstofleverancier voor houtige biomassa. Geteelde biomassa uit wilgenplantages scoort bovendien hoog op de duurzaamheidsladder van milieuorganisaties in vergelijking met andere vormen van biomassa (SNM, 2008). Figuur 1.1: Ontwikkeling van de maximale vraag naar biomassa ten opzichte van het potentiële aanbod bij drie verschillende mobilisatiescenario’s (in mil. m³ Rondhout Equivalenten). Bron: Oldenburger, 2011. 4 Uitstoelen: uitlopen van de stobbe na de kap (oogst). 5 Ter vergelijking: een bos produceert gemiddeld ongeveer 5 ton droge stof biomassa per hectare. Energieplantages met wilg zijn in hun uiterlijk vergelijkbaar met de traditionele wilgengrienden die we onder andere langs de Nederlandse rivieren tegenkomen en passen daarom op diverse locaties goed in het Nederlandse cultuurlandschap. Wilgenenergieplantages hebben (in vergelijking met andere boomsoorten) een goede biomassaproductie, een zeer goed uitstoelend vermogen4 na de oogst en lenen zich voor gemechaniseerde aanplant en oogst. De plantages bestaan uit grofweg 15.000 wilgen per hectare, waarvan om de twee tot drie jaar de staken worden geoogst. De stobben lopen daarna opnieuw uit, zodat geen kosten hoeven te worden gemaakt voor nieuwe aanplant. Deze cyclus kan zich minimaal 20 jaar herhalen. Daarna zal de productiviteit en vitaliteit van de wilgenstoven minder worden. Deze plantages leveren zo’n 10 ovendroge ton biomassa per hectare per jaar5. De biomassa heeft bovendien een goede (homogene) kwaliteit. Huidige ervaring in Nederland Nederland is lange tijd voorloper geweest op het gebied van onderzoek naar energieplantages. Dit onderzoek is door de toenmalige Stichting Bos en Hout opgestart in de jaren tachtig. Verspreid over Nederland lagen talloze proefvelden met wilg en populier. In de jaren negentig is Pagina 17

Pagina 19

Heeft u een lesmateriaal, virtualpaper of digi verenigingsbladen? Gebruik Online Touch: clubblad online bladerbaar uitgeven.

555 Lees publicatie 221Home


You need flash player to view this online publication