Case: Land- en tuinbouw Kenmerk natuursector: ondanks de recente ontwikkelingen rond het verminderen van overheidssubsidies in de sector is er met name op het gebied van het zoeken naar alternatieve bronnen van inkomsten nog geen sectorbrede visie of strategie ontwikkeld. Dat maakt het voor ondernemers moeilijk daarop te anticiperen. Extra moeilijkheid is dat de sector met lage marges kampt bij de productie van grondstoffen in vergelijking tot de overige schakels in de keten, en dat er vooral aanbodgedreven wordt gewerkt. Overeenkomst land- en tuinbouwsector: de producenten van land- en tuinbouwproducten maken vaak de laagste marges in de voedsel- en planten/bloemenketen. Ondanks de behoefte aan een strategie waarbij men in staat is meer marge te behalen door een hogere toegevoegde waarde voor de klant te creëren, richt men zich toch vaak op het product in plaats van de klant. Hierdoor ontstaan weinig vraaggestuurde producten en diensten. De land- en tuinbouwsector vormt een essentieel en prominent onderdeel van de Nederlandse economie. Zowel Agri & Food als Tuinbouw en Uitgangsmaterialen zijn door het kabinet-Rutte I aangewezen als topsectoren, vanwege de rol die zij wereldwijd speelt voor de Nederlandse economie. De sectoren omvatten diverse plantaardige en dierlijke voedselketens met verschillende schakels per keten, zoals de toeleverende industrie, uitgangsmateriaal, primaire productie, verwerkingsindustrie, veilingen, handel, retail en out of home-sector, en tot slot de consument in binnen- en buitenland. Een deel van de producten uit de land- en tuinbouwsector wordt als eindproduct verkocht. Daarnaast wordt een aanzienlijk deel gebruikt als input voor de verwerkingsindustrie. Producenten van de primaire sector houden zich van oudsher voornamelijk bezig met het optimaliseren van de kostenstructuur door het toepassen van procesinnovatie. De lage (en vaak zelfs negatieve) marges die producenten genereren, lijken aanleiding om de strategie aan te passen en wellicht meer focus te leggen op marketinginnovatieve activiteiten (zie ook Innovatiesysteem voor de Nederlandse glastuinbouw in 2020, Hekkert, 2011). Het vakblad VMT voor de voedingsmiddelenindustrie heeft Berenschot eind 2011 opdracht gegeven om te bekijken in welke mate ondernemers in de land- en tuinbouwsector zich bezighouden met strategie en welke richting ondernemers belangrijk vinden om tot een hogere marge te kunnen komen. De bevindingen zijn beschreven in het rapport Tijd voor strategie. Agrofood Strategy Trends 2012 (Berenschot, 2012). De belangrijkste constatering is dat de meeste bedrijven hun product zien als basis voor het onderscheidend vermogen. Het hebben van een kwalitatief superieur product wordt belangrijker geacht dan het hebben van een product dat aansluit bij de wensen van de afnemer. 47 Pagina 46
Pagina 48Interactieve digitale spaarprogramma, deze relatiemagazine of spaarprogramma is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal bladerbaar publiceren van internet onderwijs catalogussen.
547 Lees publicatie 218Home