is onaandoenlijk voor ons lot, dat is niet makkelijk te verdragen.’ Altijd spelen ideologische verschillen een rol die als rationaliteit worden gepresenteerd. Bijna een eeuw geleden speelde een van de eerste natuurbeschermingsacties: de pacht van het eilandje Griend. De toenmalige minister van Landbouw was daar niet blij mee: hij vond het belang van de nationale voedselvoorziening in het geding komen als er geen eieren konden worden geraapt. Nu, een eeuw later, zijn er landbouwvoormannen die bezwaar maken tegen de aanleg van een natuurterrein met het oog op de wereldvoedselproductie. Verstedelijking, infrastructuur en bedrijventerreinen kunnen geen kwaad en het verbranden van mest is geen probleem, maar landbouwgrond in natuur omzetten is zonde. Esthetische overwegingen hebben altijd een rol gespeeld. De opvattingen binnen de wereld van de natuurbeheerders, maar ook daarbuiten, lijken meer en meer uiteen te zijn gaan lopen: oude cultuurlandschapen versus nieuwe natuur, professionele terreinbeheerders versus agrarische natuurbeheerders, dorpsgezichtbeheer versus procesgericht beheer, soortenbescherming versus de introductie van soorten. Gedurende decennia leek er toch redelijke overeenstemming. In het voorjaar van 2010 spraken de woordvoerders van vrijwel alle politieke partijen zich bij de presentatie van een boek over de EHS in het Haagse centrum De Witte nog uit voor het afronden van de EHS. In de ogen van veel natuurbeschermers was de EHS nog steeds hét middel om de natuur veilig te stellen. Enkele essentiële schakels moesten nog worden gerealiseerd. Als er minder geld beschikbaar zou zijn, dan moesten we er maar wat meer tijd voor nemen. Veel vertegenwoordigers uit liberale en agrarische kring pleitten ook toen al voor meer particulier beheer, maar men probeerde de zaak nog bijeen te houden. Een jaar eerder hadden alle partijen die iets met groen, landbouw, natuur en recreatie te 178 maken hadden, zich achter een manifest geschaard om gezamenlijk op te trekken. Rinnooy Kan had met een nog bredere palet aan partijen een oproep gedaan aan het kabinet om te investeren in het landschap. 2010 was ook het internationale jaar van de biodiversiteit, met een top in Japan. Nederland onderschreef er de noodzaak om de achteruitgang van de biodiversiteit wereldwijd te stoppen. Na de zomer startte het kabinet-Rutte. De nieuwe staatssecretaris Bleker stampte niet alleen gelijk vol op de rem, maar zette de versnelling in de achteruit nog voordat het voertuig tot stilstand is gekomen. De tandwielen vliegen in het rond. De EHS hoefde voor het kabinet niet afgemaakt te worden; verworven gronden moesten weer worden verkocht. Robuuste ecologische verbindingen mogen niet meer. Internationale afspraken over de Rijn en de Schelde worden terzijde geschoven. Het natuurbeleid wordt gedecentraliseerd. De Brusselse subsidies voor boeren moeten worden veiliggesteld maar nergens vallen zulke klappen als bij de vergoedingen voor de grote natuurbeheerders. Weerstand werd in het verleden vaak verbonden aan de bekende rijtjes van verschillende opvattingen over wat natuur is en wat onze verantwoordelijkheid is. Als we naar de argumenten kijken die de laatste jaren klonken, lijken echter ook andere argumenten een rol te spelen; zoals: • Natura-2000-gebieden beperken economische ontwikkelingen • Het is onaanvaardbaar dat dieren sterven van de honger in de Oostvaardersplassen • Rode-lijstsoorten zetten een rem op ontwikkeling • Het belang dat aan een plant of dier wordt toegekend, is butenproportioneel • Particulieren worden achtergesteld als beheerders 179 Pagina 90
Pagina 92Scoor meer met een webwinkel in uw catalogi. Velen gingen u voor en publiceerden reisgidsen online.
546 Lees publicatie 216Home