• Overheidsgeld wordt verspild • Grote terreinbeheerders hebben te veel macht • De overheid moet geen grootgrondbezitter zijn • Vruchtbare grond moet niet uit cultuur worden genomen • We moeten alle grond inzetten voor voedselproductie • Het onder water zetten van grond past niet bij onze cultuur • Grondeigenaren mogen niet worden onteigend voor natuur • Natuurbeschermers zijn links en alarmistisch • Er wordt altijd overdreven • Nederland heeft geen natuur • Het bestaande cultuurlandschap is mooi genoeg • De natuurgebieden worden niet goed beheerd • Een konijn en een koe zijn ook natuur • Wildernis is niet mooi • Mensen hebben niet het recht om soorten te introduceren • De natuur veroorzaakt schade en ziekten • Uitsterven van soorten is normaal • Natuurbeschermers zijn duurbetaalde ambtenaren die ons dwars zitten • We kunnen ons dit niet meer permitteren De argumenten lijken zich toe te spitsen op vier thema’s: de financiële lasten en stagnerende ruimtelijk economische ontwikkelingen; de rol van de overheid en de macht van semi-ambtelijke organisaties versus marktpartijen; de geloofwaardigheid van wetenschappers en natuurbeschermers; en ideologische en culturele verschillen. Zo abstract geformuleerd valt op dat deze thema’s passen in een bredere maatschappelijke stroming die zich al jaren aftekent. Die stroming speelt niet alleen in Nederland maar in veel liberale democratieën in het Westen, en laat zich karakteriseren met de volgende stellingen: 180 • De overheid is te groot en moet een kleinere rol vervullen. De overheid moet zich richten op veiligheid. Taken moeten zo veel mogelijk decentraal worden vervuld. marktwerking en concurrentie moeten de ruimte krijgen. Subsidies moeten worden beperkt. • Het aantal regels en procedures moet worden beperkt. De hindermacht van actiegroepen en burgers dient te worden beperkt. • Wetenschappers (zeker op het terrein van milieu, natuur, cultuur) zijn niet neutraal, maar vaak links en alarmistisch. Deskundigen zijn verhulde belangenvertegenwoordigers. • Het publiek belang is een smoes voor bemoeizucht en betutteling. Algemeen belang bestaat niet, rechten moeten worden bevochten. Natuurbeleid lijkt met de nieuwe politieke wind meer onder vuur te liggen dan veel andere terreinen van publiek belang. Daar lijken twee redenen voor. De eerste is dat het natuurbeleid, zeker de EHS, in een aantal opzichten een icoon is van de maakbare samenleving, een utopisch project. De natuurorganisaties zijn daarbij verkleeft geraakt met de overheid. Ze voeren het overheidsbeleid als het ware uit met geld van de overheid en voegen daar niet zo veel aan toe. De aanpak van natuurbeheer levert zo een driedubbele bonus op: minder overheidsprojecten, minder subsidie en minder overheid. Hoewel de politieke samenstelling van de komende kabinetten uit de aard der zaak weer zal veranderen, is het hard nodig om ons te bezinnen op de toekomst van het natuurbeleid, want de oude situatie komt niet terug. De dominante positie van de overheid in de naoorlogse periode is uniek in de geschiedenis van de westerse democratieën en komt niet terug. Het natuurbeleid was een icoon geworden van die periode: bureaucratisch, utopisch, publiek. Met 181 Pagina 91

Pagina 93

Interactieve e-folder, deze presentatie of maandblad is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het bladerbaar maken van online weekbladen.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication