7 Zijn wij verantwoordelijk voor de toekomst? Mogen we onze verantwoordelijkheid voor volgende generaties in de wilgen hangen? In de debatten over de bescherming van natuurgebieden en het behoud van biodiversiteit wordt vaak een beroep gedaan op de intergenerationele verantwoordelijkheid op een manier alsof het daarbij gaat om een waarde die absoluut is en niet verder is te funderen, net als bij het Ware, het Goede en het Schone uit het eerste deel. Verantwoordelijk wordt dan een idool dat een heldere blik op de relatie tussen mens en natuur in de weg staat. Hulde daarom aan denkers die ons provocerend de banaliteit van onze zogenaamde verantwoordelijkheid in het gezicht gooien. Ze dwingen ons om ons ook rekenschap te geven van het weerbarstige idool van onze verantwoordelijkheid voor de toekomstige natuur. Een naturalistisch perspectief is in ieder geval geen conservatief perspectief. In 2009 publiceerde filosoof Bas een boekje over de vraag waarom wij ons zorgen maken over de toekomst van de natuur. Hij denkt dat we niet weten hoe mensen over tweehonderd jaar zullen leven en waar ze dan behoefte aan zullen hebben. Het zal die mensen volgens hem ook niet veel kunnen schelen of wij het beter hadden of slechter. Ook betwijfelt hij of wij de plicht hebben om te zorgen voor de toekomst. En wat betreft de natuur: dat oerwouden longen zijn, klopt volgens hem niet, en niet iedere soort die uitsterft, is 134 een probleem. En als er dieren sterven door het kappen van oerwouden? Sterven doen ze toch een keer. Ze zijn wel mooi, maar wie zal over enkele decennia nog treuren? Zoals we niet alles in een museum bewaren, hoeven we toch ook niet het hele oerwoud te bewaren? Iets is alleen maar erg voor wezens die zich daar bewust van zijn. Dus uitsterven van soorten is alleen erg voor mensen. Het uiteindelijke argument is dat het erg is voor ons omdat het leuker zou zijn als er tijgers en walvissen zijn. Maar hij mist de dodo niet en de mensen van de toekomst zullen uitgestorven soorten ook niet missen. Volgens Haring gaat het misschien niet om het behoud van biodiversiteit, maar willen we de aarde graag zo houden als zij is en zijn we een beetje bang voor onze invloed op de wereld. Kunnen wij zonder natuur, vraagt hij zich ten slotte af, en gebruikt het voorbeeld van de brandweer. Nee, ik kan niet zonder brandweer, maar wel zonder de brandweer van Wisconsin. Haring vindt het vreemd dat we juist wat zich aan onze invloed onttrekt, zo belangrijk vinden. De aarde was prima toen er nog geen mensen waren en zal niet minder waardevol zijn als er geen mensen meer zijn. De zin van het leven komt niet uit de toekomst, maar het frustreert ons als soorten verdwijnen omdat we ons leven willen zien als een trede op een ladder die omhoog gaat. In die betekenis ligt de zin van het leven dus wel in de toekomst: we willen bijdragen aan een betere toekomst. De teloorgang van soorten nu is misschien geen ramp, maar zeker is dat de wereld er niet beter van wordt en er niet veel mensen uit vrije wil zouden kiezen voor het uitroeien van een soort. Bas Haring houdt zijn betoog op badinerende toon. Terecht stelt hij de aannames dat we om principiële (je mag geen soorten laten uitsterven), morele (je mag toekomstige generaties geen perspectieven ontnemen) of pragmatische gronden (we kunnen niets 135 Pagina 68
Pagina 70Heeft u een relatiemagazine, onlinepublisher of online onderwijsmagazines? Gebruik Online Touch: folder naar een online publicatie omzetten.
546 Lees publicatie 216Home