lopen of aan de bewoners van aride gebieden die nog minder regen ontvangen. Terwijl natuurbeheer aan de ene kant een zaak van lange adem is, zien we aan de andere kant dat er sprake is van een behoorlijke dynamiek in het natuurbeheer en in de context van het natuurbeheer. Het gebruik van de ruimte verandert snel, de maatschappelijke wensen veranderen en de opvattingen over de vraag waar natuurbeheer zich op zou moeten richten veranderen mee. Ook de wetenschappelijke dynamiek is groot. Wetenschappelijke theorieën en hun vertaling in beleidsconcepten veranderen. Oude opvattingen worden echter niet zozeer omgeruild voor nieuwe, maar verschillende oude en nieuwe beleidstheorieën worden als dakpannen over elkaar heen gelegd. Verschillende opvattingen over natuur volgen elkaar niet alleen op, ze bestaan tot op zekere hoogte ook allemaal naast elkaar, en groeien niet zelden uit elkaar. Natuurbeschermers hebben de afgelopen eeuw steeds gereageerd op veranderingen, daar ecologische theorieën bij geformuleerd en geprobeerd beleid te beïnvloeden. Op dit moment zijn er grote verschillen in visie tussen verschillende natuurbeschermers. Abstract geformuleerd zijn ze het eens: rijke biodiversiteit en een gevarieerd landschap willen we allemaal. Daarna spat de consensus uit elkaar. Een paar voorbeelden van strategische betekenis: • Weidevogelbeheer is duur en niet effectief. Willen we daar nog mee doorgaan en willen we dat in reservaten of in agrarisch beheer? • Willen we de vegetaties van het voormalige cultuurlandschap behouden (en dus heel intensief beheren) of gaan we voor robuuste ‘procesnatuur’ en zorgen we voor abiotische en biotische randvoorwaarden? 126 • Gaan we voor oligotrofe systemen of voor biomassaliteit? • Gaan we voor de soorten die in internationaal verband afhankelijk zijn van Nederland en zorgen we bijvoorbeeld voor optimalisatie van de deltasystemen (Wadden, kust, rivieren) of voor de dingen die in Nederland zeldzaam zijn (het zinkviooltje)? • Kiezen we voor kansen benutten en compromissen of voor harde juridische confrontaties? • Offeren we wat op in ruil voor winst elders of is iedere waarde heilig? • Kiezen we het verleden als uitgangspunt of de toekomst? • Kiezen we voor natuur bij steden of voor grote stille gebieden op afstand van de grote steden? • Kiezen we voor historische landschappen of nieuwe natuur? Dit lijken misschien abstracte keuzen, maar in de praktijk spelen ze heel concreet rond kwesties als de Hedwigepolder, het Oostvaarderswold, de Waddenzee, een zeggekorfslak en andere hete en minder hete hangijzers. Tegelijk is er wel sprake van een dominante lijn. In de loop van de eeuw is het perspectief steeds meer verschoven van het behouden van gebieden in een specifieke ontwikkelingsfase naar het ruimte bieden aan ecologische processen. De focus is daarbij verschoven van het behouden van historische relicten naar toekomstvaste systemen, en van de lokale naar een mondiale schaal. De enige constante succesfactor van natuurbeheerders is de aankoop van terreinen. Ze hebben de afgelopen honderd jaar nog nooit betreurd dat een gebied natuurgebied is geworden. 127 Pagina 64

Pagina 66

Scoor meer met een online shop in uw archief. Velen gingen u voor en publiceerden onderwijsmagazines online.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication