beweging van de afgelopen millennia was er een van het ontworstelen aan de afhankelijkheid van de natuur in het streven naar voedselzekerheid en comfort. In de pogingen om zoveel mogelijk greep te krijgen op de condities om voedsel te kunnen verbouwen, werden alle technische vondsten ingezet. Intussen zitten we in een situatie waarin de druk op ecosystemen nog nooit zo groot is geweest, maar tegelijkertijd was er ook nog nooit zo’n groot aanbod aan voedsel. Voedseltekorten zijn geen kwestie meer van onvoldoende aanbod of onvoldoende productie, maar van ongelijke verdeling en problematische logistiek. De wereld van nu telt wellicht meer mensen met obesitas dan mensen met voedseltekort. De strijd om welvaart is gewonnen door de inzet van techniek en door der Fossielarbeiter, aardolie7 . Nu hebben de kinderen niet langer een probleem, maar Moeder Aarde raakt uitgeput omdat de consumptieve verlangens van de kinderen alsmaar groeien. We zijn dan wel op afstand geraakt van de natuur, maar in onze tijd zijn voedselzekerheid, comfort, gezondheidszorg en informatievoorziening tot ongekende hoogte gestegen en bereikbaar voor meer mensen dan ooit. Dat gaat gepaard met grote nadelen en ongelijke verdeling en risico’s. Maar ondanks dit alles zijn er weinig mensen die terug willen in de tijd. Zelfs voor de happy few was de kans in vervlogen tijden groot dat je minder comfortabel, minder veilig, minder afwisselend en korter zou leven dan in de overbeviste, overbejaagde en overgeëxploiteerde wereld van nu. Zo levert deze korte geschiedenis van onze ontworsteling aan de natuur een viertal paradoxen op. De eerste is dat we de natuur voor onze alledaagse zorg en beschutting niet meer nodig lijken te hebben, terwijl de afhankelijkheid van de eindige natuur zich in onze tijd op mondiale schaal meer dan ooit aan ons opdringt: onafhankelijker maar ook afhankelijker dan ooit. 7 Term van Sloterdijk in Het kristalpaleis. 92 De tweede paradox is dat we door onze grote afstand tot de natuur meer dan ooit kunnen zien dat we een onderdeel van haar zijn. Cronon8 stelt daarom dat de relatie van de mens met de natuur een nieuwe fase in gaat. Als we onszelf meer gaan zien als onderdeel van de natuur, wordt de natuur weer een bron van verwondering. Juist in dat perspectief ligt spanning en verrassing: afstand schept ruimte voor verwondering. De derde paradox is dat we de natuur meer dan ooit naar onze hand zetten, maar daarmee ook voor haar verantwoordelijk zijn geworden. We zijn in het antropoceen beland, het tijdperk waarin de mensheid een bepalende natuurkracht is geworden. Onze keuzen bepalen de toekomst van de natuur. Juist nu we vrij zijn van de natuur, kunnen we er in vrijheid voor kiezen om de natuur te behouden, ervoor te zorgen dat de eeuwige bron van verwondering en verbondenheid blijft stromen, of haar te vernietigen. Onze dominante rol vraagt terughoudendheid. Een vierde paradox komt voor uit het feit dat we tegen wil en dank de baas zijn geworden van de dierentuin, terwijl we de natuur juist willen zien als iets dat autonoom is, dat zijn eigen gang gaat, wild is, subliem is: nu alles in onze macht is, verlangen we naar wildernis. 8 Zie Cronon, Uncommon ground. 93 Pagina 47
Pagina 49Heeft u een folder, pageflip of web clubmagazines? Gebruik Online Touch: lesboek online bladerbaar publiceren.
546 Lees publicatie 216Home