de natuur centraal, in het christendom is juist het begrip ‘rentmeesterschap’ richtinggevend, de technologie gaat het juist mogelijk maken om negen miljard consumenten te voeden én de biodiversiteit te handhaven. 2 Is de plundering van het paradijs een moderne hobby? Een tweede idool is het idee dat het uitroeien van soorten van recente datum is. Mensen roeiden echter al heel lang soorten uit en hadden enorme invloed op ecosystemen. Inzicht in dat aspect van de menselijke conditie, gecombineerd met het feit dat we beter dan ooit weten dat we op het punt staan soorten uit te roeien en zicht hebben op mogelijkheden om vernietiging tegen te gaan, zijn de basis voor een tournure naar een naturalistisch perspectief. Over de rol van de mens bij het verlies van soorten en de vernietiging van ecosystemen bestaan verschillende opvattingen. Sommigen wijten het aan het politieke systeem. Het kapitalisme wordt al lang, recentelijk nog door Ton Lemaire (2010), als boosdoener gezien. Soms wijten mensen het aan ‘de cultuur’. In China en Japan zou men bijvoorbeeld weinig waarde hechten aan biodiversiteit omdat men dieren als ding ziet: het Chinese woord voor dier betekent ‘ding dat beweegt’. Soms wijten mensen het aan een religie. Zo zijn er mensen die het christendom zien als oorzaak van de vernietiging van ecosystemen en het verlies van soorten. Anderen zien het vooral als gevolg van de groei van de bevolking en consumptie. Tegenover al deze opinies zijn ook tegenargumenten geformuleerd: communistische systemen hebben juist geen oog voor natuur, in oosterse culturen staat juist de harmonie met 94 In discussies over de verhouding mens-natuur wordt vaak gesuggereerd dat die verhouding ooit harmonischer, respectvoller zou zijn geweest. Verschillende paradijsmythen verwijzen daarnaar en ook de oude Grieken en Romeinen hadden er beelden bij. Vanaf de Verlichting speelt een harmonische omgang met de natuur een rol in utopieën, en in de Romantiek was de ‘edele wilde’ een geliefd thema. Om de vraag naar perspectieven voor een duurzame, harmonische omgang met ecosystemen te kunnen schetsen, is het goed om te kijken naar de perceptie van de natuur van vóór het christendom en het ontstaan van het kapitalisme. Diamond (2000) laat zien dat de bevolking van een eiland of continent door mensen meestal snel ten koste gaat van de eetbare dieren: snelle massa-extinctie is het gevolg. In Noord-Amerika, Zuid-Amerika en Australië stierf na de komst van de mens 73, 80 en 86 procent van de grote zoogdieren uit. Ten tijde van de ‘grote sprong voorwaarts’ (Diamond), zo’n 40.000 jaar geleden, kwamen de Cro-Magnons, de eerste moderne mensen, Europa binnen. In dezelfde periode arriveerden ze ook in Australië. Alle grote dieren − reuzenkangoeroe, neushoornachtige, buidelluipaard, reuzenstruisvogel en reuzenhagedis – waren 5000 jaar later verdwenen. Op alle bestudeerde oceanische eilanden leverde kolonisatie in de prehistorie hetzelfde beeld van snelle extinctie op. Aan het eind van de laatste ijstijd trokken kleine groepjes mensen via de Beringstraat Amerika in, waar toen nog geen mensen woonden. In een periode van duizend jaar verspreidden ze zich 95 Pagina 48

Pagina 50

Heeft u een whitepaper, digimagazine of e-studiegidsen? Gebruik Online Touch: weekblad van papier naar digitaal converteren.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication