(1743-1795) in Zuid-Afrika, of eigentijdse survivalers als Christopher MacCandless3 hebben één overeenkomst: het is heel moeilijk om in de wildernis voldoende voedsel te vinden. Bovendien leefden jager-verzamelaars − voor zover we kunnen afleiden uit beschrijvingen van het leven van Indianen in Noorden Zuid-Amerika en Nieuw-Guinea − vaak in angst voor vijandschap met naburige groepen, wat er niet toe zal hebben bijgedragen dat ze de aarde als een harmonische of vredige of veilige plek hebben ervaren. De beroemde rede van Chief Seattle4 over de harmonische verhouding die Indianen zouden hebben met de natuur, bleek lang na de dood van het opperhoofd door een blanke te zijn geschreven. Veel verhalen over harmonische verhoudingen van endemische volkeren onderling en met de omgeving bleken projecties van westerse dromen. Voorbeelden van minder plezierige sociale structuren, binnen op het oog eenvoudige en harmonische gemeenschappen, zijn er ook te over. Margaret Mead vergiste zich op Samoa, en Gauguin op Tahiti. Lévi-Strauss ontdekte bij de Braziliaanse Indianen dat in de kleine gemeenschappen van jager-verzamelaars er al heel complexe sociale structuren bestonden met een krachtige hiërarchie én slavernij. Die sociale structuur weerspiegelde zich in de kosmologie van de Indianen. Veel mensen zien de cultuur van de herdersvolken in het Midden-Oosten als een belangrijk deel van onze eigen culturele voorgeschiedenis. Die cultuur was er een van harde en voortdurende strijd. Het beginsel ‘oog om oog, tand om tand’ wordt vaak gezien als een regel om wraak te rechtvaardigen. De regel wijst echter op 3 Zie Krakauer, De wildernis in (2009). 4 De rede van Chief Seattle is geschreven door Ted Perry in 1972 op basis van een artikel in Seattle Sunday Times uit 1887 door Henry Smith, die zei zich te baseren op de speech uit 1855. Zie: T. Egan Chief’s 1854 lament linked to ecological script of 1971, New York Times, 21 april, 1992. 88 een praktijk die veel erger was. Hij riep op om wraak niet eindeloos te laten voortwoekeren maar proportioneel te laten zijn. Voorbeelden van ecologische disharmonie komen in de volgende paragrafen aan de orde. De ontwikkeling van akkerbouw was een volgende stap in het proces van afstand nemen van de natuur. Met akkerbouw verschuift het handelingsperspectief van lukraak ingrijpen naar het organiseren van natuurlijke processen: de natuur moet worden benut en vooral bestreden. Aanvankelijk moet akkerbouw een eenvoudige manier zijn geweest om de voedselvoorziening veilig te stellen met als gevolg dat de bevolking kon toenemen. Volgens Diamond kon de bevolking door de georganiseerde landbouw met een factor tien tot honderd groeien. Landbouw maakte specialisatie en cultuur mogelijk. De verklaring voor de ontwikkeling van culturen ligt volgens Diamond niet zozeer in de toename van vrije tijd, maar in de toenemende noodzaak van planning en organisatie. Sommige auteurs leggen een relatie tussen de neolithische revolutie, het begin van de akkerbouw en de ontwikkeling van het taalgebruik. Akkerbouw vraagt immers om een betrekkelijk abstracte communicatie over planning en verwachting. Akkerbouw was echter niet per definitie een zegen. Jager-verzamelaars waren aanvankelijk waarschijnlijk gezonder dan akkerbouwers. De lichaamslengte van jager-verzamelaars in Griekenland en Turkije was groter dan die van de latere akkerbouwers. De akkerbouw ging ook gepaard met venijnige ziekten: tuberculose, lepra en cholera kregen een kans. De voordelen van akkerbouw waren ook niet meteen evident; reden waarom ze zich in Europa slechts verspreidde met circa een kilometer per jaar. Door landbouw waren meer mensen te voeden en konden vrouwen vaker kinderen baren, maar er ontstonden ook nieuwe ziekterisico’s en de kwaliteit van het dieet werd niet 89 Pagina 45
Pagina 47Heeft u een PDF, youcanflip of online rapporten? Gebruik Online Touch: uitgave digitaal uitgeven.
546 Lees publicatie 216Home