natuur zich van zichzelf bewust is geworden: menselijk zelfbewustzijn als natuurzelfbewustzijn. Wij kijken niet als neutrale waarnemer naar de wereld, want alle vormen van leven, dag- en nachtritmes, de seizoenen, wolken, wind, warmte en kou, geuren, roepen ook iets unieks in ons wakker. Waar in een natuur zonder bewustzijn alles onverschillig is, ontstaat met het bewustzijn een band met de natuur die tegelijk een band met onszelf is. De liefde tussen mensen heeft te maken met die combinatie van gelijk en anders zijn. De liefde van mensen voor de natuur komt wellicht ook voort uit dat inzicht van gelijk zijn en anders zijn. Het perspectief van naturalisering van ons mensbeeld houdt in dat het bewustzijn dat we uit de natuur voorkomen, dat we verwant zijn met dieren, gaat leiden tot meer respect voor en verbinding met alles wat leeft, tot een lotsverbondenheid. In het perspectief van naturalisering ligt het accent meer op de wisselwerking met de natuur, waarin we onze ervaring met het Ware, het Schone en het Goede verder ontwikkelen, dan op beheersen. Onze schoonheidservaring heeft een biologische basis en kan opgeroepen worden door menselijke artefacten, maar manifesteert zich in contact met de natuur op een unieke wijze. Voor veel mensen zijn hoogtepunten van schoonheidservaring innig verbonden met de natuur. De rest van dit boek gaat vooral over de vraag hoe je naar de relatie mens-natuur kunt kijken in een naturalistisch perspectief. Een puur biologisch wereldbeeld zou de wereld erg schraal maken. In het biologisch perspectief spelen de zaken die het leven de moeite waard maken − liefde, vriendschap, verwondering, verwantschap, herkenning, schoonheidservaring − nauwelijks een rol. Er is dus een bredere kijk dan het biologisch perspectief nodig. Ook Scruton (1996) zoekt naar een manier om niet te verzinken in louter banale interpretaties van de mens als biologisch wezen: 74 75 “Het menselijk gedrag is ‘gedemoraliseerd’, van zijn heilige voetstuk gesleurd en in het laboratorium ontleed. Juist het perspectief van de derde persoon dat erin slaagt de demon van Descartes te verdrijven, dwingt ons om zelf het werk van een serieuzere duivel ter hand te nemen. De eerste taak voor de filosofie in de moderne wereld is de mens als persoon te laten herrijzen, hem te redden uit de banaliserende handen van de wetenschap, en het sarcasme dat weet dat wij slechts gewone dieren zijn te vervangen door de ironie die begrijpt dat wij juist ongewone dieren zijn.” Pagina 38
Pagina 40Heeft u een lesmateriaal, nxtbook of digi-onderwijscatalogi? Gebruik Online Touch: reclamefolder digitaal bladerbaar publiceren.
546 Lees publicatie 216Home