belang van erfelijkheid min of meer taboe was, is de nadruk op erfelijkheid in het laatste decennium de dominante opvatting geworden. Deze biologisering van ons mensbeeld is over veel wetenschapsdomeinen verspreid geraakt. Meestal is er impliciet sprake van een drielagig mensbeeld waarbij erfelijkheid, cultuur en individuele factoren een rol spelen, maar op steeds meer terreinen en met steeds meer nadruk is het zwaartepunt bij de biologie komen te liggen. Niet alleen onze gezondheid en intelligentie liggen in hoge mate vast in onze genen, ook de manier waarop wij de wereld kennen, schoonheid ervaren en onze moraal ontwikkelen lijkt steeds vaker te worden verklaard vanuit onze biologie. Zelfs het debat over de vrije wil en spirituele ervaring wordt door onderzoekers als Damasio en Swaab in de context van de biologie geplaatst en verklaard. Op veel terreinen spreekt de biologisering van ons mensbeeld me aan en verwacht ik dat die ons verder brengt na een eeuw van misbruik en taboeïsering van darwinistische inzichten. Er zijn ook noodzakelijke kanttekeningen. Een voorbeeld op geestelijk terrein: onderzoekers als Damasio wijzen erop dat veel besluiten intuïtief verlopen, maar dat betekent nog niet dat we − zoals ook hersenonderzoeker Swaab suggereert − geen vrije wil zouden hebben. Er valt altijd te reflecteren. Zelfs als je ervan uit zou gaan dat er geen vrije wil bestaat, en je dus op een totaal nihilisme zou kunnen uitkomen, zou je daar toch niet naar kunnen handelen. Kant wees er al op dat als er geen vrije wil zou zijn, je mensen toch zou moeten beoordelen alsof ze die wel hebben. Nu lijkt me inmiddels duidelijk dat er geen sprake is van een totaal vrije wil, maar evenmin van het totaal ontbreken van vrijheid. Het is net als bij de toekenning van intrinsieke 72 waarde aan levende wezens: die is nooit absoluut maar ook niet nihil. De biologisering van ons mensbeeld betekent dat er meer vastligt dan we dachten, maar niet dat alles vastligt. De sleutel ligt in ons reflexieve bewustzijn. Er is altijd een vorm van reflectie mogelijk. We kunnen die zoveel mogelijk negeren en ons volledig identificeren met onze primaire aandriften of haar proberen te vergroten. In Expeditie Wildernis heb ik bijvoorbeeld gewezen op het effect van meditatie. Door te mediteren word je je meer bewust van gevoelens en gedachten, en valt er meer te kiezen. Een voorbeeld op fysiek terrein is voedsel: het is goed dat we weten welke nutriënten er in gezond voedsel zitten, maar het genieten van een maaltijd heeft daar nauwelijks mee te maken. Een andere waarschuwing voor een te eng biologisch perspectief leveren recente inzichten uit de epigenetica. Die wijzen erop dat onze biologische ontwikkeling niet alleen wordt bepaald door genetische overerving in strikte zin, maar ook wordt beïnvloed door gedrag en ervaring van ouders. Overgewicht of chronische stress van ouders kan generaties later leiden tot onverwachte problemen. Dat roept ten minste de vraag op of de massieve veranderingen in onze verhouding met de natuurlijke omgeving die de laatste decennia optreden niet tot wezenlijke veranderingen in eigenschappen en gedrag zullen leiden van nageslacht. Met zijn bewustzijn heeft de mens een band met de omgeving die verder reikt dan de biologie. Schouten zei het heel poëtisch: de natuur komt in de mens tot bewustzijn. In dit perspectief zou je kunnen zeggen dat de biologisering van ons mensbeeld moet leiden tot een naturalisering van ons mensbeeld: naarmate onze biologische basis steeds duidelijker wordt, is het steeds moeilijker om te negeren dat we onderdeel zijn van de natuur. Wij zijn het unieke onderdeel van de natuur waarin de 73 Pagina 37

Pagina 39

Interactieve ewhitepaper, deze tijdschrift of folder is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het van pdf naar online converteren van e-jaarverslagen.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication