Newton en de zeventiende en achttiende-eeuwse visie op de natuurwetenschap, toen alleen de grootsheid van de wetmatigheid van de banen der planeten werd onderkend. Darwin zegt dat het evolutionaire perspectief weidser is dan dat van de Newtoniaanse wereld waarin de planeten eindeloos en onveranderlijk om de zon blijven cirkelen. ‘De oude grootsheid van het natuurkundig universum kent geen richting of patroon’, zegt hij. En dat zet hij af tegen de permanente verandering die de biologische evolutie kenmerkt. Ik citeer: ‘Uit zulke nederige, eindeloze vormen zijn de fraaiste en de prachtigste wezens voortgekomen’.”6 Volgens Gould hebben natuurkundigen zich keer op keer laten leiden door hun gevoel voor schoonheid, niet alleen bij het ontwikkelen van theorieën, maar zelfs bij het beoordelen van de juistheid van die theorieën. Sinds Linnaeus, en eigenlijk al sinds Aristoteles, hebben naturalisten dezelfde soort schoonheid gezien in de ordening van de verscheidenheid van de 500.000 soorten kevers. Freeman Dyson zei terecht: ‘We weten geweldig veel van de schoonheid van de wetenschap, maar helemaal niets van de wetenschap van de schoonheid.’ In het dagelijks leven wordt het begrip ‘schoonheid’ vaak in verband gebracht met het begrip ‘kwaliteit’ in de zin van ‘harmonieus’, ‘goed’, ‘compleet’ of ‘functioneel’. De relatie tussen schoonheid en functionaliteit werd door Darwin al uitgebreid beschreven. En ook meer recent onderzoek onderstreept de relatie tussen schoonheid en evolutionaire functionaliteit. Pirsig onderzocht in zijn beroemde boek Zen and the art of motorcycle maintenance de relatie tussen de functionaliteit en schoonheid van techniek. Hij begint met functionaliteit: wat goed functio6 62 Zie interview met Gould in Kayzer, Het boek van de schoonheid en de troost. neert, heeft schoonheid. In de zenfilosofie lijken schoonheid en kwaliteit naar elkaar te verwijzen, ze spiegelen zich aan elkaar. Dat geldt zowel voor de kwaliteit van de inrichting van ruimten als voor de kwaliteit van de aandachtige handeling. Symons7 gaat nog verder met zijn stelling dat alle aanpassingen en voorkeuren voor een bepaalde staat esthetisch van aard zijn. De ecoloog-filosoof Matthijs Schouten ziet de verschillende natuuropvattingen in Nederland in hoge mate als herleidbaar tot verschillende esthetische opvattingen. Is er een principieel verschil tussen de schoonheid van artefacten en natuurlijke fenomenen? Is de schoonheid van een zonsondergang, een bloem, een landschap, een vlucht vogels of de zang van de leeuwerik in de natuur anders dan die van een gebouw, een landschap, muziek of een schilderij in de wereld van de artefacten? De meningsverschillen over de schoonheid van artefacten lijken groter dan die over natuurlijke fenomenen. Het prettige van de schoonheid van de natuur is dat die minder beroep doet op ons oordeel. De natuur is zoals zij is. De wereld van de artefacten daarentegen vraagt doorlopend oordelen van ons. Aangezien oordelen altijd tussen subject en object schuiven, is hier wel degelijk sprake van een principieel verschil. Overigens gaf Nietzsche ooit aan dat het voor hem zo prettig was om in de natuur te zijn, omdat die geen oordeel over hem had. Het bijzondere van de schoonheid van de natuur zit in het feit dat we niet om een mening worden gevraagd, dat die autonoom is. Als je een zonsondergang in een willekeurige kleur kon bestellen, zou die geen waarde meer hebben. Schoonheidservaring gaat in algemene zin samen met terughoudendheid, de ruimte laten voor een zekere autonomie. Het is als met de liefde zelf: liefde kan 7 Geciteerd door Thornhill in Darwinian aesthetics. 63 Pagina 32

Pagina 34

Heeft u een clubblad, youcanflip of digi-PDF's? Gebruik Online Touch: spaarprogramma online maken.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication