over de Dienst Landelijk Gebied (DLG - de vroegere Landinrichtingsdienst) maar niet over het Bureau Beheer Landbouwgronden dat de aangekochte landbouwgronden bezat. Over dit compromis valt nog veel te vertellen, maar het lijkt inmiddels al weer achterhaald. Immers, het aantreden van het kabinet Rutte in het najaar van 2009 zette alles op z’n kop. En op scherp. Dit dwingt ons opnieuw na te denken wat we met de natuur in Nederland aan moeten, en welke doelen we met het natuurbeleid willen bereiken. Op de uiteenlopende motieven die ten grondslag liggen aan het natuurbeleid ga ik in de volgende paragrafen uitvoerig in. Maar eerst is het nuttig nog enige aandacht te besteden aan de specifieke kenmerken en de geschiedenis van de natuur en het natuurbeleid in Nederland. 1.2 Typisch Nederlands Het is nuttig zich te realiseren dat hetgeen nu hooggewaardeerde natuur is in Nederland in het verleden ontstaan is als restpost van andere activiteiten, als gevolg van de hoge kosten van beteugeling, bij toeval of simpelweg uit onverschilligheid. Jan Klijn heeft eens de volgende oorzaken van het bestaan van natuur in Nederland op een rij gezet (Veeneklaas et al., 1994): • De te-sterke-natuur. Zoals de grote wateren waar beteugeling (bijv. inpoldering, bedijking) te veel inspanning vergde: de Noordzee, de • De armoede-natuur. Zoals de bosaanplant op voedselarme en stuifgevoelige gronden op de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. Waddenzee (overigens is in de jaren tachtig serieus overwogen deze in te polderen) en de Zeeuwse en Zuid-Hollandse stromen voor zover niet door de Deltawerken ingetoomd. • De risico-natuur. Geregeld overstromende gebieden zoals kwelders, schorren en slikken, uiterwaarden of anderszins riskante natuur • De wingewest-natuur. Zoals heide-systemen, veenontginningen (soms leidend tot plassen-gebieden), plekken waar zand-, grind- en vanwege erosiegevaar. • Enigszins hiermee vergelijkbaar is de bijprodukt-natuur. Bijv. de weidevogels op extensief gebruikt grasland, en slootkanten of te kleiwinning heeft plaatsgevonden. • De feodale-natuur. Landgoederen en parken waar de elite zich bij voorkeur vestigde dan wel in jaagde. natte plekken op landbouwpercelen waar poelen konden onstaan. Ook houtwallen, die vroeger voor de boer een functie vervulden, vallen hieronder. • De bij-toeval-natuur. Onvermoede en onbedoelde natuurontwikkeling zoals de Oostvaardersplassen (en ongebruikte industrie- en 9 • Pas sinds betrekkelijk kort - ruwweg het eind van de vorige eeuw - is er sprake van De bewust-ontwikkelde-natuur. Grondbezit door haventerreinen in het algemeen), de Voordelta, de Razende Bol (een wandelende zandplaat ten zuidwesten van Texel). In de toekomst misschien de Blauwe Stad in Oost-Groningen. Ook vrijwel alle stadsnatuur buiten de parken valt hieronder te scharen. particuliere natuurbeherende organisaties (met subsidie van de overheid) uitdrukkelijk ten behoeve van natuurbehoud en -ontwikkeling. Pagina 16

Pagina 18

Voor verenigingsbladen, online club bladen en rapporten zie het Online Touch beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een webshop in uw relatiemagazines.

538 Lees publicatie 209Home


You need flash player to view this online publication