HET NATIONALE park DE HOGE VELUWE 39 “Jacht is een gevoelig onderwerp. Maar over predatiebeheer moeten we durven praten. Want de sterke soorten overheersen de zwakke. Ik denk vooral aan de vos, de kraai, marterachtigen en de havik. Ja, ook de havik. Daar zijn er inmiddels zat van. Veel weidevogels verdwijnen door predatie. Niet door predatie alleen, maar overigens ook door boeren die, wettelijk verplicht, hun weides injecteren met mest, en die te vroeg in het broedseizoen gaan maaien.” Van Voorst tot Voorst zou graag terug willen naar de oude Jachtwet. “Daarin stond dat mijn buurman de schade moet betalen als zijn herten mijn maïs opeten. Nu jagen mijn buren niet meer, uit ideologische overwegingen. Dan moet ik maar zien of ik de schade kan claimen bij het Faunafonds.” Ook maakt Van Voorst tot Voorst zich zorgen over het huidige klimaat rond natuur, en daarmee ook over het draagvlak. “Mensen worden negatief over natuur. Het is ook niet meer uit te leggen dat we in crisistijd ecoducten aanleggen van miljoenen per stuk. Je moet natuur niet tegen mensen inzetten. Laat juist zien wat er allemaal goed gaat. Daar heb je niet van die hele brede verbindingszones voor nodig. Voor de meeste soorten planten en kleine dieren kun je volstaan met verbindingen van enkele meters breed en kleine tunnels onder wegen door.” De directeur is zelf mede-eigenaar van het familielandgoed Den Alerdinck II over de IJssel in Salland. Om precies te zijn is Van Voorst tot Voorst certificaathouder van de Stichting Administratiekantoor Den Alerdinck II. Die Stichting is de aandeelhouder van het landgoed. “Die vorm hebben we bedacht voor het geval een familielid zijn aandeel wil verkopen en een buitenstaander op die manier het hele bezit in handen wil krijgen. Eerst mag de overige familie bieden op het certificaat, daarna het Administratiekantoor en daarna pas een derde, maar die kan dus geen zeggenschap krijgen. Zo houden we agressieve overnames buiten de deur.” Dat landgoed is kleiner dan De Hoge Veluwe, maar toch ziet Van Voorst tot Voorst vooral overeenkomsten. “Wat ik daar doe, doe ik hier ook. Precies hetzelfde. Je moet je eigen broek ophouden. Ik ben iemand van de praktijk. In avonden en weekenden gaat het thuis door. We doen dat omdat we iets gekregen hebben dat we goed willen doorgeven aan de volgende generatie.” Voor Den Alerdinck II heeft hij plannen voor de bouw van vijf huizen om in erfpacht uit te geven. Met dat geld wordt 26 hectare nieuwe natuur aangelegd en wordt een grote oppervlakte overtollige bedrijfsgebouwen gesloopt. “Dat project moeten we een ander laten ontwikkelen, want dat mag een landgoed niet dat is gerangschikt onder de Natuurschoonwet.” ‘Drinkend kalf’, 1960, Georg Ehrlich (1897 - 1966), brons. Beeldentuin en Kröller-Müller Museum zijn ondergebracht in een onafhankelijke Stichting. Pagina 42
Pagina 44Heeft u een rapport, digi brochure of e-mailings? Gebruik Online Touch: onderwijscatalogus van papier naar online converteren.
527 Lees publicatie 202Home