215 M Multifunctionele landbouw is een bron van inspiratie Steeds meer boeren ontwikkelen steeds meer inkomstenbronnen naast de landbouwproductie, zoals een winkel, streekeigen producten, natuurbeheer, camping, zorg en kinderopvang. Deze trend heet verbrede of multifunctionele landbouw (MFL). Een Taskforce onderzocht de mogelijkheden en presenteerde in april 2012 een eindrapport. Prof. Han Wiskerke, Wageningen UR, auteur van een rapport met empirisch onderzoek naar 120 MFL-bedrijven, ontkracht zes mythes: 1) Multifunctionele landbouw (MFL) blijkt geen tweede keus en geen alternatief als schaalvergroting niet kan. “De groene sector moet weer zijn eigen broek ophouden.” Foto: biologische kaas van Landgoed Mariënwaerdt. M De elf verdienmodellen van Walter Kooy “Dit is het leukste deel van mijn werk”, vertelt de directeur van Nationaal Groenfonds, “innovaties bedenken voor de groene sector.” Overal in het land roept Walter Kooy natuurbezitters op om de samenleving op te zoeken. “De groene sector moet weer zijn eigen broek ophouden en natuur moet weer iets leuks worden. Je zult moeten luisteren naar de kiezers die het oude natuurbeleid hebben afgestraft. Dan kunnen we over tien jaar zeggen dat deze crisis een zegen was.” De terreinbeheerders komen onder grote druk. Kooy verwacht een daling van 5.000 fte’s naar 3.500. Hij bepleit daarom een radicale herverdeling, zodat er per regio één beheerder overblijft. “Haal alle dubbele werk er uit dat een gevolg is van minstens vijftig terreinbeheerders in dit kleine land, die allemaal veel geld steken in het uitdragen van hun eigen identiteit.” De huidige driedeling in de inkomsten uit markt, subsidie en charitas gaat verschuiven, verwacht Kooy. “Het aandeel subsidie halveert naar 15%. Charitas, zoals de Postcode Loterij, kan nog iets groeien naar 40%. Dat betekent dat de bijdrage uit de markt moet stijgen naar bijna 50%. Die omwenteling wordt mede veroorzaakt door veranderende klanten. Want de nieuwe generatie verbindt zich tijdelijk en zoekt streekidentiteit. Jongeren laten zich verleiden door crowdfunding via social media en niet door een envelop in de bus. Als natuurbeheerders niet luisteren naar de klant loopt de klant weg en moet het bedrijf sluiten”, waarschuwt Kooy. ‘De klant wil van geefgeld naar investeringsgeld. Geef je klant dan ook de mogelijkheid op een aandeel in Natuurmonumenten en een obligatie in de Loenermark, zodat hij zich natuurbezitter voelt. Dan kan het draagvlak weer groeien.” Concreet denkt Kooy aan de dikke geldstroom voor infrastructuur, waaruit natuurcompensatie betaald kan worden. Ook in de energiesector gaat veel geld om. Wat Kooy betreft kan opslag van CO2 ook onder natuurgebieden. Nog een grote geldstroom gaat om in ruimte maken voor rivieren, wateropvang en hermeanderen van beken. Kooy onderscheidt elf verdienmodellen. (1) Bodemproductie zoals hout en streekproducten. (2) Delfstoffen. (3) Rood voor groen in vijf vormen, zoals recht van uitzicht. (4) Dood voor groen, zoals natuurbegraven. (5) Zorg, zoals zorglandgoederen. (6) Waterwinning en waterberging. (7) Sport en recreatie. (8) Afval, inclusief CO2-opslag. (9) Energie. (10) Compensatie voor natuur die verloren gaat door wegen, woningen, bedrijven. (11) Leidingen en zendmasten. 2) De partner die er iets bij wil doen, kiest niet voor MFL. 3) Verbrede landbouw is ook geen afbouwstrategie voor 55+’ers zonder opvolger. 4) MFL blijkt ook geen eerste stap in de richting van de landbouw verlaten en later helemaal overstappen op recreatie of zorg. 5) MFL heeft wel bedrijfseconomische betekenis. 6) MFL biedt wel toekomst, verbrede landbouw vergroot zelfs het perspectief op overname of verkoop van het boerenbedrijf. Op bedrijven met verbrede landbouw zorgt MFL nu al voor 33% van de bedrijfsomzet en 40% van het gezinsinkomen. Dit bedrijfsmodel creëert werkgelegenheid en stopt dus de uitstroom van arbeid. Er zijn tientallen functies mogelijk en in vele vormen. In 2009 was 16% van de boerenbedrijven MFL. Van de biologische bedrijven was in 2009 60% MFL. De omzet van de verbrede landbouw groeit, van 2007-2009 met 28%. Het aantal personeelsleden groeit vrijwel even snel. Streekeigen productie levert de grootste omzet per onderzocht MFL-bedrijf, namelijk gemiddeld € 500.000. Kinderopvang levert bijna evenveel omzet op. Zorg, zoals begeleiding van patiënten die werken op de boerderij, levert gemiddeld € 135.000 op per bedrijf. Verkoop van eigen groente en fruit aan huis komt gemiddeld op € 125.000. Agrotoerisme scoort € 37.000 gemiddelde omzet in 2009, agrarisch natuurbeheer € 9.000 en educatie € 5.000. Wiskerke onderscheidt vijf bedrijfsmodellen: (1) Het megabedrijf met veel activiteiten, het gezinsbedrijf voorbij en veel personeel; (2) Het Walcherenmodel met gemengd bedrijf, kleinschalig, huisverkoop en toerisme zoals camping; (3) De doorstarter met werkervaring buiten de landbouw, ook wel uitgestelde bedrijfsovername genoemd; (4) De instromer zonder landbouwervaring; (5) De herijker die agrarische ontwikkeling extensiveert, zijn melkquotum verkoopt, op vleesvee overstapt en een deel van zijn grond verkoopt om te investeren in nieuwe activiteiten. “Landgoederen zijn altijd al multifunctioneel geweest, maar lijken op achterstand te blijven in vergelijking met de snelle groei bij de boeren. Landgoederen aarzelen om te investeren in nieuwe functies. Wellicht vanwege de wet van de remmende voorsprong.” Aldus Maarten Fischer, programmaleider Taskforce MFL, tijdens een symposium op 15 juni 2011 in Beesd. “MFL is nu nog primair een landbouwactiviteit. Dat zal zich ontwikkelen tot een gedifferentieerde vorm van ruraal ondernemerschap dat succesvol is in het exploiteren van de behoeften in de steden.” Aldus Herman Wijffels, hoogleraar Duurzaamheid en Maatschappelijke Verandering Universiteit Utrecht, tijdens hetzelfde symposium. Zie www.multifunctionelelandbouw.nl. Pagina 218

Pagina 220

Interactieve digitale catalogus, deze sportblad of sportblad is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het naar een digitale publicatie converteren van digi gebruiksaanwijzingen.

527 Lees publicatie 202Home


You need flash player to view this online publication