hypothese te falsificeren, te verwerpen. Telkens als dat mislukt, zijn we een stapje dichter bij de juistheid van die hypothese.” Een terugblik op de nota “Gezonde Voeding” uit 2008 leert ons dat de definitie van een gezond voedingspatroon volgens de overheid de volgende is: “Een gezond voedingspatroon voorziet in een adequate hoeveelheid energie en juiste verhouding energieleverende macronutriënten (koolhydraten, eiwitten, vetten), voedingsvezels, essentiële microvoedingsstoffen (vitaminen, mineralen) en andere bioactieve stoffen.” Dit is op zich niet onwaar, maar beperkt zich tot een kwantitatieve definitie en zegt niets over de noodzakelijke kwaliteit van deze nutriënten. Dezelfde kijk op gezonde voeding zien we grotendeels terug in de maatgevende Voedsel Consumptie Peilingen van het RIVM. Zo wordt in de recentste peiling van 2006, onder jonge kinderen, gesteld dat het niet goed gaat met de consumptie van groenten en vezels. Zo haalt nog geen 1% van de kinderen in de zo belangrijke groeileeftijd van vier tot zes jaar de norm van één ons groenten per dag. Verontrustend en verwarrend wordt het als het RIVM vervolgens toch ook stelt dat de geconsumeerde verhouding en hoeveelheid macro- en micronutriënten conform de norm zijn. Daarmee suggereert het RIVM op zijn minst dat in dit geval jonge kinderen dus toch een relatief gezond voedingspatroon hebben, althans volgens de definitie van de overheid zelf. Voor een huidige minister van VWS, die het toch al niet zo op heeft met preventie, is dit een veel te diffuse boodschap, en daarmee voldoende reden om vooral voeding niet serieus als preventiemiddel in te zetten in de gezondheidszorg. Tegelijkertijd stapelen de afgelopen jaren de wetenschappelijke bewijzen zich op dat veel chronische ziektes als diabetes, hart- en vaatziekten en diverse vormen van kanker veroorzaakt worden door ons ongezonde voedingspatroon. En dan gaat het niet alleen over hoeveelheden, maar juist ook over de kwaliteit van ons voedingspatroon. We lopen dus vast met de huidige wetenschappelijke, strikt biochemische benadering. De vraag is hoe we hieruit komen. We maken het met z’n allen onnodig ingewikkeld door alleen maar wetenschappelijk op microniveau naar onze voeding te kijken in plaats van juist ook op macro-niveau. Zo zijn er tientallen overtuigende studies gedaan waaruit blijkt dat het traditionele voedingspatroon van veel vers, gevarieerd en onbewerkt eten tot de beste gezondheid leidt. En zegt de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum dat niet uiteindelijk ook in de kern? Laten we eens een van die onderzoeken eruit lichten, beschreven door Michael Pollan in zijn boek Een pleidooi voor echt eten. In 1982 nam voedingsonderzoeker Kerin O’Dea een groep Aboriginals met overgewicht en suikerziekte terug naar hun oorspronkelijke omgeving. De groep leefde in de stad van een westers Kernwaarden van een duurzame eetcultuur 23 Pagina 22
Pagina 24Voor vakbladen, online magazines en catalogi zie het Online Touch content management beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een online winkel in uw reclamefolders.
497 Lees publicatie 179Home