24 preparaten. Hierbij moet men denken aan hersenvliesontsteking bij gespeende biggen, mastitis bij zeugen of ernstige kreupelheid door gewrichtsontsteking. De overige aandoeningen zijn veelal via managementmaatregelen of goede voeding te tackelen. Het is belangrijk dat men zich realiseert dat de maatregelen niet van de ene op de andere dag ingevoerd kunnen worden, noch dat de effecten van de ene op de andere dag te meten zijn. Hierdoor moet men rekening houden met een aanloopfase van antibiotica-arme productie naar antibioticumvrije productie. Het is aan te bevelen om niet in één keer te stoppen met antibioticagebruik, maar om een tijdspad met ambities aan te geven. Op deze manier zijn de risico’s beheersbaar. Het is van belang dat alle betrokkenen (veehouder, personeel, dierenarts en voervoorlichter) de ambitie delen en medeverantwoordelijk zijn bij het uitvoeren van de experimenten. 4. In hoeverre is een antibioticavrij bedrijf economisch haalbaar? Helaas kan in deze fase geen inschatting worden gegeven van de economische haalbaarheid van een antibioticavrije productie. Per bedrijf zullen de oplossingsrichtingen en de kosten die daarmee gepaard gaan sterk verschillen. Voor een individuele veehouder zal dit meewegen in de keuze voor een bepaalde maatregel. Wat betreft economische haalbaarheid is het duidelijk dat de maatregelen die getroffen worden, doorgerekend moeten worden. Hiervoor is per bedrijf een afweging te maken. De economische haalbaarheid wordt positief beïnvloed wanneer er een apart, beter betaald afzetkanaal gegarandeerd wordt. De meerprijs kan dan gedeeltelijk ten goede komen aan het primaire bedrijf. Hierdoor kan de veehouder zijn investeringen terugverdienen. Vooralsnog lijkt het er niet op dat een antibioticavrij bedrijf, zonder keten, op korte termijn rendabel draait als het geen antibiotica meer gebruikt. Het achterwege laten van koppelbehandelingen levert in eerste instantie minder gewin op dan aanpassingen in en aan het gebouw. Wanneer er (nog) geen aparte afzet is voor de antibioticavrije dieren en er wel extra kosten zijn gemaakt, is dit een risico dat gedragen wordt door de ondernemer. Een ondernemer moet dus vooraf goed overdenken en aangeven welk risico hij bereid is te lopen en hoeveel schade (economisch) hij zich kan veroorloven in een eventuele experimenteerfase. Mogelijk kan een ketenopzet in de experimenteerfase hier uitkomst bieden. Om ondernemers te verleiden tot experimenten, zou het goed zijn wanneer er financiële middelen beschikbaar worden gesteld (overheid en bedrijfsleven) om te experimenteren met oplossingsrichtingen die het antibioticagebruik overbodig maken. Daarnaast is het belangrijk dat de eventuele schade die voortvloeit uit experimenteren – boven een bepaald schadebudget – gedragen wordt door meerdere partijen dan de ondernemer alleen. 5. Hoe ziet een antibioticavrij bedrijf eruit? Het antwoord op de vraag hoe een antibioticavrij bedrijf eruit ziet, is niet eenduidig. Opvallend was dat de voornaamste oplossingsrichtingen niet de “hardware” betroffen maar vooral de “software”, de beïn- Pagina 34
Pagina 36Heeft u een reisgids, pagedirect of e-lesboeken? Gebruik Online Touch: onderwijsmagazine naar een online publicatie omzetten.
489 Lees publicatie 177Home