een goede monitoring op individueel niveau plaatsvindt, kunnen zieke dieren worden geïsoleerd en individueel worden behandeld in een afgescheiden unit of op een andere locatie. Deze dieren worden dan te allen tijde van het bedrijf afgevoerd via een apart kanaal. Zo wordt een antibioticavrije productie gewaarborgd. Lang niet alle alternatieven voor antibioticabehandeling zijn uitgeprobeerd. Daarnaast is het wenselijk dat er meer alternatieven beschikbaar komen die een bewezen effect hebben, het zogenoemde “Proof of Principle”. Binnen het project “Fyto-V”12 zijn “stalboekjes” uitgegeven waarin voor vele aandoeningen een kruidentoepassing is beschreven. De genoemde kruidenpreparaten zijn commercieel verkrijgbaar. Achter in het boekje maar ook op de site van Fyto-V is literatuur vrij beschikbaar. De reviews van de literatuur zijn door de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht uitgevoerd. Er zijn meerdere alternatieve behandelingsmethoden die al deels onderzocht zijn of die het onderzoeken waard zijn. De lijst is lang, maar tijdens de bijeenkomsten zijn enkele interessante alternatieven genoemd waarmee al in meer of mindere mate geëxperimenteerd is of waarvan een goed resultaat verwacht mag worden vanwege onderzoeksresultaten elders. Alternatieve stoffen die het immuunsysteem stimuleren, zoals: etherische oliën, pre- en probiotica, zuren, kruiden, meervoudig onverzadigde vetzuren (Ω-3), antimicrobiële peptiden (AMP’s), de peptidemoleculen Lantibiotics en bacteriocines en bacteriofagen. Voedingsstoffen en de methode van voeding, die van invloed zijn op de darmgezondheid, zoals seizoensgroenten, vitamines en mineralen in biologisch beschikbare vorm, fruit- en groetenvezels, galacto- en fructo-oligosacchariden. 23 12 http://www.fytov.nl/ 3. Wat zijn de risico’s bij het experimenteren en hoe moeten die ondervangen worden? Het risico bij het experimenteren zonder antibiotica is dat de gekozen alternatieve strategie onvoldoende werkt en dat er toch uitbraken van ziekten kunnen optreden. Ook zal niet in één keer de hele set van acties doorgevoerd kunnen worden, of zijn effecten van de maatregelen pas op langere termijn zichtbaar. Het experimenteren met antibioticavrije productie kan leiden tot het (iets) te laat behandelen van zieke dieren met antibiotica, waardoor dierenleed kan toenemen. Door het te laat behandelden met antibiotica bestaat het risico op stijging van de infectiedruk op het bedrijf. Dit is een onwenselijke situatie, dus hier moet zeer goed op worden gelet tijdens de experimenten. Anderzijds bestaat ook het risico dat dieren te snel worden geïsoleerd en behandeld met antibiotica, omdat men het hiervoor beschreven risico niet wil lopen. Indien dit te vaak zou gebeuren, kan er een verkeerde indruk ontstaan op het gebied van de werkbaarheid en haalbaarheid van antibioticavrije productie. Dit zou erg jammer zijn. Ook hier moet men dus alert op zijn. Indien tijdens het experimenteren toch ziekten voorkomen, is het van groot belang dat door middel van monitoring de juiste diagnose wordt gesteld. Een eventuele behandeling is dan mogelijk op individueel niveau, en altijd met een kort, en smal werkend antibioticum. Er mogen geen antibiotica worden gebruikt die uitsluitend humaan gereserveerd dienen te blijven, de zogenoemde derde en vierde generatie Pagina 33

Pagina 35

Interactieve web reisgids, deze mailing of editie is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online op uw website plaatsen van internet onderwijs catalogi.

489 Lees publicatie 177Home


You need flash player to view this online publication