22 belastingen te verlagen. De sector ontbeert momenteel de marktmacht om een propositie uit te werken die alle voordelen voor de gemeente beschrijft en relateert aan de bijdragen die publieke organisaties (gemeenten, provincies) kunnen doen. Bijvoorbeeld het toezeggen dat sommige belastingen, gedurende een nader vast te stellen periode, niet worden verhoogd. 4.2.3 Het faciliteren van een bestemmingsplanwijziging Om een bestemmingsplanwijziging te kunnen realiseren, dient er een plan van nut en noodzaak te worden ingediend. In dit plan staan ook de financiële gegevens die volgen uit de voorgenomen exploitatie. Het is uitermate moeilijk om op voorhand met zekerheid te kunnen stellen dat er winst gemaakt gaat worden. Dit is koren op de molen van tegenstan­ ders van de exploitatie, die met de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) de gegevens opvragen, om vervolgens de plannen onderuit te halen. Deze praktijk frustreert de noodzakelijk te doorlopen procedures. 4.3 Uitdagingen op macroeconomisch terrein De recreatieve sector heeft unieke macro-economische kenmerken die ondernemers moeten overwinnen: • Doordat de procedures doorgaans veel tijd vergen (soms wel 10 jaar), zijn veel projecten belast met hoge aanloopkosten. Omdat de recreatieve waarde van grond (ca. € 10,- tot € 15,- per m²) laag is in verhouding tot de aankoopprijs (ca. € 5 tot 10,- per m²) belasten de hoge aanloopkosten (oplopend tot ca. € 10,- per m²) de exploitatie zwaar. Vooral projecten in de dagrecreatie hebben hiermee te maken. • De rentabiliteit op het eigen vermogen in de sector is laag. Zeker in vergelijking met andere sectoren. Dit betekent dat de aantrekkings­ kracht voor investeerders in deze sector beperkt is. • Onduidelijk is wat de multiplier is van recreatieve investeringen. Doorgaans wordt verondersteld dat investeringen in recreatieve voorzieningen extra bestedingen aantrekken (verblijf, horeca, detailhandel), en daardoor een aanzienlijk multipliereffect hebben. Het ontbreken van objectiverend onderzoek zorgt ervoor dat de recreatieve sector mogelijk ondergewaardeerd wordt; • De recreatiesector kenmerkt zich door relatief hoge instandhou­ dingskosten. Gevolg is dat de eenmalige bijdragen (uit subsidies of grondontwikkeling) gedurende de realisatiefase mede ten goede moeten komen aan de exploitatiefase. Nog te vaak gebeurt dat niet of onvoldoende. Een risico is dat een ontwikkelaar recreatieve voorzieningen bouwt en zijn kosten terugverdient mede uit de verkoop van gronden. Deze grondwaardestijging is slechts één keer Pagina 31

Pagina 33

Heeft u een vakblad, onlinebook of ejaarverslagen? Gebruik Online Touch: cursus online bladerbaar uitgeven.

462 Lees publicatie 155Home


You need flash player to view this online publication