1. Horizontale en verticale integraties stimuleren. Door contactstructuren te verbeteren, directe- en indirecte diercontacten te verminderen en gesloten bedrijfsvoering te handhaven nemen de besmettingsrisico’s behoorlijk af. Door samen te werken, bijvoorbeeld in de vorm van integraties of coöperaties hebben ketenpartners gezamenlijke belangen en handelen vanuit een gezamenlijke visie op diergezondheid, voedselveiligheid en voedselkwaliteit. Kennis delen in de keten verhoogt het kwaliteitsdenken. In de varkenshouderij ontstaan nu op vrijwillige basis, mondjesmaat, samenwerkingsverbanden tussen een aantal ondernemers binnen de keten die openheid over de gezondheidsstatus nastreven. Ervaringen over afname van besmettingsrisico’s binnen integraties zijn echter nog divers. 2. Hogere gezondheid en/of SPF (Specific Pathogen Free) bedrijven. Besmettingsrisico’s zijn sterk terug te brengen door Interne- en externe ‘biosecurity’ in combinatie met het opstarten met dieren met een hoge gezondheidsstatus, zoals blijkt op bedrijven in het Netwerk ‘SPF-bedrijven’. Deze aanpak moet verder worden ontwikkeld, met gebruikmaking van moderne technologie en inzichten. 3. Risicomanagement en schaalvergroting. In de varkenshouderij is schaalvergroting een van de manieren om tegen lagere kosten te kunnen produceren. Met het toenemen van de schaalgrootte worden risico’s op het terrein van diergezondheid groter en ziektebeheersing moeilijker. Dit betreft ook het herkennen van verdwenen oude ziektebeelden (ziekte van Glässer) en nieuwe ziektebeelden zoals Encephalomyocarditis virus (EMCV). Bij het toenemen van de schaalgrootte is het noodzakelijk dat eerst de veehouder gaat professionaliseren en daarmee zullen ook zijn adviseurs professionaliseren. Zolang de veehouders niet inzien dat de oorzaak van hun problemen niet op te lossen zijn door antibiotica toediening maar door verbetering van bedrijfsprocessen/-management, zullen ze alle interventies proberen te ontduiken. Via hierop gerichte pilots kan de nodige kennis en ervaring worden verzameld over gezondheidsmanagement op grootschalige bedrijven. De ontwikkeling van “Best Practices” voor deze grootschalige bedrijven zal het antibioticagebruik sterk kunnen reduceren. 4. Kadaververwerking op megabedrijven en SPF-bedrijven./inclusief diertransporteurs De ophaaldienst van Rendac rijdt van bedrijf naar bedrijf om kadavers (lees: besmettingsbronnen) op te halen en is dus zelf een potentiële bron van besmetting. Wellicht kan kadaververwerking op megabedrijven en SPF-bedrijven bijdragen aan een verlaagd risico op insleep van ziektekiemen. Dit vraagt wel adequate monitoring. 5. Sluiten van ondeugdelijke stallen en sluiten van bedrijven met ondeugdelijk management. Er staan zo links en rechts nog behoorlijk wat oude stallen die reeds zijn afgeschreven en niet meer voldoen aan de normen om er dieren in te houden. Dieren die niet goed worden gehuisvest, zijn al snel in hun welzijn aangetast en hebben verhoogde kans om ziek te worden. Door dit soort bedrijven op te kopen en de stallen te slopen, wordt het risico op versleping van ziektekiemen naar buurtbedrijven verminderd. 5.4. Het versterken van de weerbaarheid van dieren, inclusief vaccinaties Het verhogen van de algemene- en specifieke weerstand van varkens via o.a. fokkerij, huisvesting, voeding en vaccinatie heeft een gunstig effect op het verminderen van het antibioticumgebruik. In de huidige veehouderij zijn dieren vaak niet meer in balans, en missen het vermogen om zich aan te passen aan veranderde omstandigheden. Het is gebruikelijk om bij veranderingen in houderij omstandigheden, die vaak met stress gepaard gaan, het dier preventief te beschermen door er een ‘antibiotica paraplu’’ over te leggen of een ‘darmbeschermer’ (antibiotica) te geven. 1. Meting en versterking van natuurlijke weerstand. Nieuwe inzichten in het functioneren van het immuunsysteem bieden perspectief op een doorbraak bij de aanpak van diergezondheid. Er zijn aanwijzingen dat veranderingen in de natuurlijke weerstand al objectief te meten zijn voordat een dier ziekteverschijnselen vertoont of het welzijn in het gedrang komt. Dit opent perspectieven om vroegtijdig de bedrijfsomstandigheden (houderij, voeding) bij te sturen en zelfs om rassen te fokken met een grotere aangeboren weerstand. 2. Weerstandsverhogende voedermiddelen. Er wordt steeds meer ervaring opgedaan met middelen om de weerstand te vergroten. Een voorbeeld hiervan is “microbioticum” een kruidenmengsel dat koeien aanzet tot het maken van meer witte bloedcellen. Ook zijn er aanwijzingen dat algen en paddenstoelen in het voer de weerstand kunnen verhogen. Onlangs is een onderzoek gestart naar de mogelijkheden van fytotherapie, waarbij 8 Pagina 7
Pagina 9Heeft u een onderwijs catalogus, noviafacts of web boeken? Gebruik Online Touch: maandblad van papier naar online converteren.
438 Lees publicatie 133Home