20 1,1% van alle van huis meegenomen lunchpakketten voldoet aan de voedingsstandaard die gesteld wordt aan schoollunches verzorgd door scholen in Engeland (Evans e.a., 2010). De auteur geeft aan dat dit beeld overeenkomt met het beeld uit eerdere onderzoeken waaruit bleek dat van huis meegebrachte voeding vaak te weinig fruit en groenten en te veel vetten, suikers en zout bevat. Daarnaast blijken chronisch zieke kinderen en hun ouders minder therapietrouw te zijn dan verwacht mag worden gezien de aandoening (zie overzichtsstudie van Colland, 2008). Dit kan erin resulteren dat het kind geen optimale voeding meeneemt naar school. Het projectalternatief is de situatie waarin er voldoende middelen beschikbaar zijn voor LZK-scholen om optimale voedingszorg te leveren aan hun leerlingen. Volgens InnovatieNetwerk bestaat optimale voedingszorg uit de combinatie van de volgende vijf punten: • Het kind krijgt in de juiste mate calorieën en voedingsstoffen binnen. Dit om onder- en overvoeding te voorkomen; • De voeding is zoveel mogelijk afgestemd op de aandoening(en) van het kind. Dit om te voorkomen dat de aandoening verergert en/of om de effecten van de aandoening te verlichten; • Kinderen leren zoveel mogelijk zelfredzaamheid bij het eten, zoals afstappen van sonde-voeding; • De kinderen lunchen (en ontbijten eventueel) gezamenlijk en onder toezicht. In veel gevallen draagt de sociale functie van de maaltijd bij aan betere en meer diverse eetgewoonten; • De school heeft intensief contact met de ouders over de voeding en eetgewoontes van het kind om gegevens en kennis uit te wisselen over de voedingszorg thuis en op school. LZK-scholen kunnen optimale voedingszorg leveren voor € 900 tot € 1200 per kind (berekening InnovatieNetwerk). Uitgaande van de huidige situatie veronderstelt InnovatieNetwerk dat het projectalternatief doorgang kan vinden als minstens 80% van de kosten gedragen wordt door een externe financier. De rest van de kosten kunnen volgens InnovatieNetwerk betaald worden door de ouders. 4.2 Kosten en baten voor verschillende partijen In de analyse wordt gekeken naar actoren die kosten en baten ondervinden als gevolg van een verandering van het nulalternatief naar het projectalternatief. De volgende actoren worden onderscheiden: • Het chronisch zieke kind dat naar een LZK-school gaat; • De ouders die als mantelzorger fungeren; • De LZK-scholen; • De mogelijk toekomstige werkgevers van chronisch zieke kinderen; • De zorgverzekeraars; • De overige maatschappij (belastingbetalers, zorgverzekeraars). Vervolgens wordt de maatschappij als geheel bekeken, waarbij alle voorgaand genoemde actoren bij elkaar genomen zijn. Pagina 25
Pagina 27Heeft u een uitgave, virtual paper of ejaarverslagen? Gebruik Online Touch: sportblad digitaal uitgeven.
429 Lees publicatie 124Home