68 dan aan de orde. Daarmee wordt bedoeld het vanuit een publieke verantwoordelijkheid “trekken en sleuren” om zaken in de praktijk te krijgen teneinde de gewenste maatschappelijke vooruitgang te boeken. Mocht deze taak in de toekomst door InnovatieNetwerk worden opge­ pakt, dan moet nader duidelijk worden gemaakt waar de grenzen van dit ‘publiek entrepeneurschap’ liggen en hoever de verantwoordelijk­ heid voor de verspreiding moet gaan. Nieuwe taken desgewenst beleggen bij afzonderlijke organisatie-eenheid binnen InnovatieNetwerk Wanneer het Ministerie van LNV deze functies (nader) zou willen invullen, dan is het de vraag waar de verschillende taken belegd zou(den) moeten worden. Een veel gehoorde klacht is de onoverzichte­ lijkheid van het innovatieveld. Het ligt daarom niet voor de hand om hiervoor weer een nieuwe organisatie in het leven te roepen. Het verdient de voorkeur deze taken zo mogelijk onder te brengen bij een bestaande organisatie. Er zijn goede gronden om ook voor deze taken, die immers medebepalend zijn voor het daadwerkelijk realiseren van vernieuwing en vooruitgang, een sterke band met LNV te behouden. InnovatieNetwerk bevindt zich voor de genoemde taken in de vereiste onafhankelijke (publieke) positie en heeft hiervoor deels de benodigde competenties en ervaring in huis. Binnen het LNV-domein is InnovatieNetwerk dus een reële optie om deze taken uit te voeren. Om te zorgen dat de huidige kerntaak niet in het gedrang komt, zou een organisatorische setting gekozen moeten worden met twee tamelijk strikt gescheiden organisatieonderdelen voor deze verschillende taken. Om de samenhang en de eenheid van beleid te garanderen zouden de verschillende eenheden wel moeten functioneren onder één bestuur en bij voorkeur ook onder één directeur. Het eventueel aan InnovatieNetwerk toevoegen van genoemde taken kan evenwel ook risico’s inhouden. De huidige, sterk op creativiteit en grens­ verleggendheid gerichte kerntaak van InnovatieNetwerk zou hierdoor in het gedrang kunnen komen. Derhalve zou een organisatorische setting gekozen moeten worden met twee tamelijk strikt gescheiden organisatie­ onderdelen voor deze verschillende taken. Het gaat dan met name om de scheiding van de huidige taken met eventueel toe te voegen taken, waarbij er wel onderlinge bevruchting moet kunnen zijn. Om de samenhang en de eenheid van beleid te garanderen zouden de verschillende eenheden wel moeten functioneren onder één bestuur en bij voorkeur ook onder één directeur of een persoon die directeur van de verschillende eenheden is. Daarbij zullen de verhoudingen tussen de verschillende onderdelen goed moeten worden vastgelegd en de verantwoordelijkheden goed gescheiden. Uiteraard zou een besluit hiertoe gevolgen hebben voor de omvang van Innovatie etwerk als geheel. Het adagium moet echter wel N blijven: ‘groot genoeg om betekenis te hebben en klein genoeg om niet bedreigend te zijn’. 8.2.2 De agendavorming LNV heeft de wens uitgesproken om voor een volgende periode de agendavorming van InnovatieNetwerk duidelijker richting te geven. Pagina 79

Pagina 81

Voor weekbladen, online drukwerk en gidsen zie het Online Touch online publisher CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een e-commerce shop in uw clubmagazines.

412 Lees publicatie 107Home


You need flash player to view this online publication