178 meer andere partijen de financiële lasten gaan dragen. Een vergelijkba­ re verschuiving van verantwoordelijkheid als bij fundamenteel onder­ zoek naar toegepast onderzoek. Mede daaraan gekoppeld is de mate van risico. Algemeen zou je kunnen zeggen: hoe kleiner het risico hoe beperkter de rol van de overheid kan zijn. Hiaten in de (publieke) innovatieketen Een aantal publieke innovatieverantwoordelijkheden en –instrumen­ ten zijn in beginsel bij LNV in voldoende mate ingevuld (al kan je uiteraard discussie hebben over de vraag of ze goed zijn ingevuld). • Wet- en regelgeving • Subsidie • Algemene innovatiestimulering (vouchers, ondersteuning procesac­ tiviteiten) • Onderzoek en onderwijs • Ontwikkelen grensverleggende innovaties Op drie punten liggen er m.i. nog hiaten. In feite gaan ze alle drie om het aanjagen van vernieuwing in de praktijk: Innovatieprogramma’s Het proces waarin binnen LNV bewuster een keuze gemaakt wordt tussen het inzetten van onderzoek of innovatie begint op gang te komen. Dat leidt er toe, dat naar verwachting steeds meer voor onder­ zoeksprogramma’s plaats gaan maken voor innovatieprogramma’s, zoals inmiddels o.a. al voor antibiotica gebeurt. Het managen van een dergelijk programma is wezenlijk anders dan bij een onderzoekspro­ gramma. Het vraagt o.a. om het voortdurend schakelen tussen kennis­ werkers, beleid en bedrijfsleven en ook het aanspreken van deze partij­ en op hun rol en verantwoordelijkheid. Van idee naar praktijk Het ontbreekt in dit land in veel gevallen niet aan ideeën en inspire­ rende rapporten. Zo liggen er stapels aan goed bedoelde rapporten over het Groene Hart en de Veenkoloniën. Waar het chronisch aan ontbreekt is aan het in de praktijk brengen van deze ideeën. Dat vraagt ‘eigenaarschap’ van het innovatieve gedachtegoed, om publiek entrepreneurschap waarbij met grote vasthoudendheid getracht wordt barrières te overwinnen en innovaties in de praktijk te krijgen. LNV zou ervoor kunnen kiezen om voor een selectief aantal domeinen/ vraagstukken een dergelijke functie te faciliteren. Van pilot naar brede toepassing Dit ligt (qua type activiteit) enigszins in het verlengde van voorgaande punt. Met veel duwen, masseren en wat extra geld lukt het in veel gevallen nog wel tot een pilot te komen. Sommige bestuurders beschouwen een pilot zelfs als een mogelijkheid om er vervolgens ‘vanaf’ te zijn. De doorgroei van pilot naar brede toepassing gebeurt vaak niet vanzelf (ook wel valley of death genoemd), bijvoorbeeld omdat bepaalde maatschappelijke economische of politiek-bestuurlijke kaders een opschaling eerder belemmeren dan bevorderen. Ook hier vraagt het om en soort ’eigenaarschap’ om hier de noodzakelijke door­ braken te creëren. Pagina 189

Pagina 191

Heeft u een onderwijsmagazine, noviafacts of internet onderwijs catalogi? Gebruik Online Touch: mailing online zetten.

412 Lees publicatie 107Home


You need flash player to view this online publication