Maternaal gedrag kalf bij koe Bij de keuze om het kalf eventueel bij de koe te laten moet rekening gehouden met de voor- en nadelen voor het kalf, de koe en het management. Er zijn positieve ervaringen bij biologische boeren. Het kalf groeit beter en zowel koe als kalf lijkt een betere weerstand te hebben. Een lichte besmetting (met faeces van de koe) van jonge dieren lijkt goed te zijn voor hun weerstand. De darmflora ontwikkelt zich beter als het kalf in contact komt met maternale darmflora. Biest drinken bij de moeder beschermt bovendien tegen infecties. Kalveren lijken ook eerder te beginnen met ruwvoeropname. Uit onderzoek is bekend dat het zuigen van een kalf bij de koe de afgifte van oxytocine en daarmee de melkgift stimuleert. Ook het samentrekken van de baarmoeder wordt gestimuleerd en de baarmoeder is gezonder. Het kalf bij de koe is dus goed voor de gezondheid van kalf en koe. De voordelen verschillen echter sterk per individu. Naast deze voordelen zijn er ook nadelen. Namelijk een groter risico dat o.a para TBC zich verder verspreidt. Dit geldt niet voor para TBC vrije bedrijven. Een ander nadeel is dat de koe veel meer melk produceert dan het kalf nodig heeft. Als het kalf teveel melk drinkt is dit ook slecht voor de pensontwikkeling en treedt een economisch verlies op. Dit probleem kan opgelost worden met pleegmoeders. Meerdere kalveren drinken dan bij één pleegmoeder. Een nadeel is ook dat er bij spenen een nieuw stressmoment optreedt. Dit is te voorkomen wanneer het kalf voortdurend (dus ook als pink) in de kudde blijft. Een tussenoplossing kan ook zijn dat kalf en koe elkaar wel kunnen zien en horen, maar dat kalf niet kan drinken bij koe. Het blijft dus de vraag of kalf bij koe beter is voor het welzijn van beiden. Toch is de ambitie op dit punt om een huisvesting te ontwikkelen die het benutten van de voordelen van kalf bij koe mogelijk maakt zonder dat de negatieven aspecten naar voren komen. Normen en eisen Het stellen van exacte eisen of normen is bij veel onderwerpen lastig, omdat dieren een groot aanpassingsvermogen hebben. Bovendien is het ontwerpen stallen en bedrijfssystemen vanuit de behoeften van het dier een nieuwe benadering waarvoor nog veel kennis en ervaring ontbreekt. Het gaat daarom om het inschatten van optima en risico’s. Als dieren bijvoorbeeld maar 7 uren rusten per dag is er meer risico op klauwproblemen. Bij een systeem gebaseerd op krappe normen (bijvoorbeeld 9 uren rust) is er een groter risico dat ranglage dieren niet aan de behoeften kunnen voldoen. Ook voor thermoregulatie geldt dat dieren zich kunnen aanpassen. Wel is er een hoger risico op hittestress boven de ca. 20 graden. Het is bij stalontwerpen belangrijk er rekening mee te houden dat dieren zich kunnen aanpassen. Geef ze bijvoorbeeld schuilmogelijkheden en biedt variatie aan in de leefomgeving. Voor het stellen van eisen is naast de behoefte van de koe uiteraard ook de behoefte van de boer en de perceptie van de burger van belang. 14 Pagina 13

Pagina 15

Voor flyers, online publicaties en catalogussen zie het Online Touch beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een web winkel in uw PDF's.

328 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication