bewondering zou moeten inwijden in de mysteries van de natuur. De nieuwsgierigheid van Prometheus en de bewondering van Orpheus zijn mijns inziens echter geen tegenPolen, maar wisselen elkaar af en kunnen elkaar versterken. Bovendien vraag ik me af of er wel sprake kan zijn van inwijding in de mysteries van de natuur. Dit suggereert dat er mysteries zijn, waar ik me nog iets bij voor kan stellen, maar het suggereert ook dat er ingewijden zijn, waar ik me weinig bij kan voorstellen. Respect en verwondering wijden je ook niet in in mysteries, maar zijn het gevolg van natuurervaring. Dat kan een ervaring zijn die we niet helemaal kunnen –pakken– of kunnen analyseren. Dát lijkt me het mysterie. En dat mysterie verwijst naar binnen, naar onszelf, naar onze verwantschap met de natuur. Als er ergens sprake is van een mysterie, dan is het in het dubbele perspectief van onderdeel zijn en dat niet zijn: zoals je niet een oude vrouw en een jong meisje tegelijk kunt zien in de bekende tekening van Freud. Bovendien vraag ik me af of er wel sprake kan zijn van inwijding in de mysteries van de natuur. Dit suggereert dat er mysteries zijn, waar ik me nog iets bij voor kan stellen, maar het suggereert ook dat er ingewijden zijn, waar ik me weinig bij kan voorstellen. Respect en verwondering wijden je ook niet in in mysteries, maar zijn het gevolg van natuurervaring. Dat kan een ervaring zijn die we niet helemaal kunnen –pakken– of kunnen analyseren. Dát lijkt me het mysterie. En dat mysterie verwijst naar binnen, naar onszelf, naar onze verwantschap met de natuur. Als er ergens sprake is van een mysterie, dan is het in het dubbele perspectief van onderdeel zijn en dat niet zijn: zoals je niet een oude vrouw en een jong meisje tegelijk kunt zien in de bekende tekening van Freud. Sinds de Verlichting is geprobeerd om scherp te krijgen hoe we kennis van de natuur kunnen krijgen. Kant gaf al aan dat ons beeld van de natuur gevormd wordt door ons denkapparaat en 54 onze zintuigen. Als we de zintuigen van een vleermuis hadden, zouden we met onze oren bepalen hoe de ruimte eruitziet. Als we zintuigen van een hond hadden, zouden we de wereld vooral ruiken. Uit zintuiglijke ervaringen ontstaan beelden die vervolgens onze waarneming sturen. Via een groot aantal tussenstappen − de falsificatietheorie van Popper is een bekende − kwamen we in de laatste decennia uit op nogal relativerende opvattingen onder de paraplu van het postmodernisme: we hebben geen echt criterium om verschillende beelden en waarnemingen te wegen. In de praktijk leggen we die filosofische twijfel naast ons neer, omdat we toch uitgaan van gezamenlijke uitgangspunten en gangbare wetenschappelijke methoden. Een eigentijdse manier om te zeggen dat we de werkelijkheid, de natuur niet kennen, is te zeggen dat we de werkelijkheid construeren of framen. Met construeren wordt bedoeld dat we onze zintuiglijke indrukken bewerken volgens impliciete maatschappelijke afspraken, constructies. Met framen wordt bedoeld dat we een situatie op verschillende manieren kunnen waarnemen, analyseren of beschrijven. Zo kun je het klimaatprobleem framen als vervuiling, als energieprobleem of als adaptatieprobleem. In het natuurdebat blijkt vaak hoe ingewikkeld die constructies en frames kunnen zijn. Culturele en persoonlijke achtergronden, historische gewenning, economische belangen, politieke opvattingen, wetenschappelijke inzichten, religieuze en morele argumenten, filosofische en psychologische oriëntaties kunnen een rol spelen. Een van de meest dominante en meest onderschatte motieven is wellicht het esthetisch motief. Veel voorkeuren lijken daarop gebaseerd. In de volgende paragraaf onderzoeken we dit thema. 55 Pagina 28

Pagina 30

Heeft u een onderwijs catalogus, page flip of digi reisgidsen? Gebruik Online Touch: magazine van pdf naar online converteren.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication