rol van jacht, landbouw, bosbeheer of wildernis tussen Europese landen sterk uiteenlopen. In de westerse religieuze tradities is de opvatting dat de natuur 5 Het ware: de ongekende natuur Op de vraag wat de natuur is en of wij die kunnen kennen, zijn veel antwoorden mogelijk. Is de natuur onkenbaar, verbergt die zich zoals Herakleitos dacht? Is de natuur wat zich aan onze wil onttrekt zoals Cronon stelt, of is natuur de poort tot ervaring van verbondenheid zoals mystici zeggen? Is wildernis slechts dat nog wat in cultuur moet worden gebracht, een klassieke opvatting in christelijke kring of kan er niet genoeg wildernis zijn zoals Thoreau formuleert? Het antwoord dat men kiest, is van grote invloed op dagelijkse keuzen. In evolutionair perspectief is de laatste ijstijd kort geleden. Toch is het al heel moeilijk om onszelf een beeld te vormen van de ontwikkeling van de natuur in Nederland sinds die tijd. Zelfs de natuur van tweeduizend jaar geleden kunnen we ons nauwelijks voorstellen. Wel is duidelijk dat de mens al vanaf de ijstijd invloed had op de natuur. We hebben geen idee hoe de natuur eruit zou hebben gezien zonder onze invloed. Over de culturele verschillen in de manier waarop we natuur ervaren en definiëren, is nog verrassend weinig bekend. In zijn boek Spiegel van de natuur heeft Matthijs Schouten slechts de ruimte om grote historische verschillen aan te stippen en komt hij nauwelijks toe aan actuele culturele verschillen. Zelfs binnen Europa zijn de culturele verschillen groot. Simon Schama heeft er iets van laten zien, maar het is duidelijk dat de opvattingen over de 52 een object is om in cultuur te brengen weliswaar dominant, maar er zijn historisch en actueel grote verschillen. Er waren ook stromingen die de natuur als heilig zagen, als te respecteren schepping van God of als het rijk van het kwaad. In de westerse filosofische traditie is veel geschreven over natuur, en de visies lopen ver uiteen. Waar Plato op zoek was naar eeuwige en onveranderlijke ideeën, was Aristoteles meer gecharmeerd van de veelvormigheid van de natuur. Deze tegenstelling tussen vastigheid en verandering, en tussen zijn en worden, is sindsdien een rode draad in de geschiedenis van het denken. Er zijn mensen die op zoek zijn naar vaste waarden en er zijn mensen die juist de voortdurende verandering als wezenlijke eigenschap van de natuur zien. Ook onder ecologen zijn er mensen die het accent leggen op het feit dat de natuur altijd verandert en mensen die juist het belang van bewaren en vasthouden benadrukken. Een thema dat met regelmaat terugkomt, is dat van de natuur als het ongrijpbare. Een klassiek zin is die van de pre-socratische filosoof Herakleitos: “De natuur heeft de neiging zich te verbergen” (physis kryptesthai philei). In zijn boek The veil of Isis. An essay on the history of the idea of nature beschrijft Pierre Hadot (2004) hoe die ene zin gedurende 2500 jaar op vele verschillende manieren werd geïnterpreteerd. Hadot komt tot de conclusie dat er blijkbaar twee manieren zijn om naar natuur te kijken: een prometheïsche en een orpheïsche. De prometheïsche staat voor de mens die de vreemde natuur tracht te doorgronden, analyseren, begrijpen en benutten. De orpheïsche staat voor een meer beschouwelijke benadering. Ton Lemaire (2010) benadrukt het destructieve van de prometheïsche benadering en pleit voor een orpheïsche, esthetische, lyrische weg die ons via respect en 53 Pagina 27

Pagina 29

Interactieve e-rapport, deze archief of gebruiksaanwijzing is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online uitgeven van digitale vakbladen.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication