gd: “’Wildernis’ betekent oorspronkelijk zoveel als ‘onbewoonde wereld’...” bvdk: “Maar die is er dus niet. Het gaat om allerlei vormen wildheid, de ervaring van een natuur die haar gang gaat. Je kunt ontzettend geraakt worden door een merel die zingt op de Domtoren omdat die schoonheid niet naar iets anders verwijst, geen oordeel vraagt, ons vrij laat. Daar ligt de hoopvolle boodschap van mijn verhaal: de fase van afzetten is voorbij, de natuur is niet meer het tegendeel van de stad, de natuur zegent de stad. bvdk: “Vergelijk het met de ontwikkeling van een individu naar zelfstandige volwassenheid. Pas nadat je zelfstandig bent geworden, ben je in staat om uit vrije wil je te verbinden met anderen. Maar daarvoor moet je als het ware wel eerst tot een bodem... om je daar vervolgens af te zetten in de richting van daadwerkelijke verbindingen. De verhouding van onze samenleving met de natuur verloopt volgens een vergelijkbaar patroon. We staan op het punt om de bodem te raken, we zijn in staat de natuur kapot te maken, maar precies daarin, in die vrijheid en onafhankelijkheid van een natuur waarvoor we niet meer bang hoeven te zijn, precies daar ontstaat ook de vrijheid om ervan te genieten en ons er deel van te weten. Waar we vroeger afstand zochten, ontvouwt zich nu het perspectief van de ervaring van onderdeel zijn van de natuur door terughoudendheid.” gd: “Je hebt het over een landing op aarde.” bvdk: “Inderdaad. We zijn geland. Ik zie dat als een grote kans. Voor het eerst in de geschiedenis kunnen we in vrijheid bewust terughoudend zijn. Waarom? Omdat ik niet alles hetzelfde wil maken als ikzelf. We beginnen te ontdekken dat we juist het andere nodig hebben. Om van te leren. Maar ook omdat het leven met een spiegel waarin je alleen jezelf ziet, uiteindelijk dodelijk saai wordt.” gd: “De dialectiek van eenzaamheid en verbinding passeerde al 292 eerder de revue. Juist de ontmoeting met een autonome natuur maakt het mogelijk dat we er niet meer eenzaam zijn, maar in haar alleen kunnen zijn. Vergelijk het met onze relatie met dieren. In een gebiologiseerd wereldbeeld zijn we omringd door dierlijke machines, in een genaturaliseerd wereldbeeld komen we thuis in een wereld met vele vormen van leven en bewustzijn.” bvdk: “Het alleen-zijn op Griend zoals beschreven in Expeditie Wildernis schiep de ruimte om me verbonden te weten met een kanoet. Dat klinkt vaag, maar geloof me, het was een intense en concrete ervaring. Als je de dierenliefde van mensen zou kunnen uitbreiden tot een domein dat niet alleen hun hond of kat omvat maar álle leven, dan wordt de aarde meteen een veel warmere plek.” gd: “Uiteindelijk staat of valt de waarde van je eigen autonomie met de autonomie van het leven om je heen.” BvdK: “Precies! Zoals in de liefde. Je zoekt verwantschap maar je kunt geen echte relatie hebben met iemand die niet autonoom is. Als je alles naar je hand kunt zetten, verrassing kunt uitsluiten, wordt je blasé. Niets is erger dan een blasé kind.” gd: “Of een samenleving die blasé dreigt te worden. Als het proces van biologisering er niet vanzelf toe leidt dat we ons afzetten tegen de bodem en een opwaartse kracht krijgen. We kunnen blijkbaar ook wegzakken in de modder. Hoe komen we daar uit?” bvdk: “Ik weet ook wel dat stadslandbouw in termen van voedselproductie weinig voorstelt. Maar het biedt wel een opening op ervaringen van verwondering, respect en dankbaarheid. Het gaat om het mogelijk maken van zulke ervaringen. Vanuit de intuïtie dat het dan kan groeien. Natuurlijk: de verlokking van natuur is niet heel sterk. Tegenover springen en schieten in het computerspel op de flatscreen is het springen over een slootje misschien saai, maar daar kun je wel nat van worden en hoe dat voelt en ruikt, herinner je je hele leven.” 293 Pagina 147

Pagina 149

Heeft u een krant, onlinepublisher of web vakbladen? Gebruik Online Touch: archief online bladerbaar op uw website plaatsen.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication