Gevaar Virussen, ziekteverwekkend Risico ranking Ri C K E si A A R T1 N N co S2 S T3 M 1 3 3 CCP en PVA DV-wetgeving / Processchema GMP ver wijzing voor normen Zoönose PVA Ontsluiting / P-precipitatie Suggestie voor beheersmaatregel Database/motivatie Monitoring ontsluiting Prionen (BSE) M 0 3 0 Zoönose - P-precipitatie N.v.t. Bacteriën, ziekteverwekkend Hormonen (van dier en extern) Chemische (zware metalen, diergeneesmiddelen, etc.) M C C 1 0 1 3 3 3 3 0 3 Salmonella afwezig in 25 g Geen normen Richtlijn GMP bijlage 1 en Richtlijn 2002/32/EG afgekondigd inzake ongewenste stoffen in diervoeding Geen fecaliën PVA 3 Ontsluiting/ P-precipitatie P-precipitatie P-precipitatie Monitoring ontsluiting N.v.t. • lleen A gekende levera ncier(s) van mest. • eheersen B van hulpstoffen voor precipitatie Onderhoud precipitatie stap Verhitting boven > ±70°C gedurende 1 uur is voldoende volgens verordening (1774/2002). Dit geschiedt door ontsluiting bij > ±90°C Prionen overdracht alleen via bloedtransfusie of consumenren van dierlijke producten. Mest niet gezien als route bij BSE n.v.t. Afdoding door ontsluiting bij > +90°C Zware metalen en chemische contaminanten kunnen mee gaan met precipitatie. Kunnen wel ingebracht worden door hulpstoffen voor precipitatie Antibiotica breken af bij vergisting Bewerkte mest wordt niet meer gezien als mest. Organisch restmateriaal dat terugherleid kan worden tot mest M 1 2 2 0 P-precipitatie • Bij het produceren van fosfaat (zie tabel 14) kunnen eveneens ziekteverwekkers (bacteriën en virussen) worden overgedragen. De kans is klein en wordt nog kleiner doordat voorafgaand aan de fosfaatwinning de mest wordt ontsloten en blootgesteld aan een temperatuur van 90 oC of meer. • De dunne fractie is eveneens een potentiële bron van microbiële besmetting. De kans op besmetting is klein en wordt nog kleiner in een gesloten systeem, waarbij de algen op hetzelfde bedrijf worden gekweekt en aan de varkens gevoerd. Een alternatief is desinfecteren van de algen. In het kader van de voedselveiligheid – die zich ook uitstrekt tot diervoeders – is er veel aandacht voor zware metalen en pathogenen in de grondstoffen voor veevoer. In het kader van ECOFERM! zijn de gehaltes aan deze stoffen geanalyseerd in drie relevante algen (Chlorella, Scenedesmus en Nanochloris). Het ging hierbij om gedroogde algen die eerder waren gevoed met mineralen afkomstig uit kunstmest. Uit de analyses blijkt (zie tabel 15) dat de gehaltes aan zware metalen ruimschoots onder de norm blijven. Hetzelfde geldt voor Entero-bacteriën als maat voor ziekteverwekkers. Alleen bij Nanochloris komt het gehalte in de buurt van de norm. Dit vraagt dus enige aandacht. Tabel 14: Risicoanalyse fosfaatprecipitatie. 1 2 3 Gevaren zijn onderverdeeld in drie bronnen: M=microbiële gevaren (bacteriën, virussen, gisten en schimmels), C=Chemische gevaren en F=Fysieke gevaren van vreemde bestanddelen die diren kunnen ver wonden of in dit geval mestdeeltjes. De kans dat een gevaar optreedt is 0 = nihil, 1 = klein, 2 = middelmatig en 3 = vaak. De ernst van een gevaar is 1 = klein, alleen ongemak, 2 = matige ziekte zonder nadelige langdurige effecten, 3 = groot ernstige aandoeningen met eventuele dood tot gevolg voor mens en dier. Pagina 67

Pagina 69

Interactieve web archief, deze mailing of gids is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het van papier naar digitaal converteren van online nieuwsbrieven.

483 Lees publicatie 173Home


You need flash player to view this online publication