ontwikkeling en zijn nog niet kostencompetitief. Dit betekent dat marktpartijen zonder aanvullende prikkels niet autonoom over zullen gaan tot ontwikkeling van deze technologieën en markten. Tijdelijke stimulering van de overheid is nodig34. SEO35 geeft aan dat stimulering door de overheid niet zonder problemen is; zij spreken van “overheidsfalen” dat moet worden aangepakt door regelingen te versimpelen en de doorlooptijd van de vergunningsprocedures te verkorten. Daarnaast is de kapitaalmarkt voor duurzame projecten Europees. Dit betekent dat kapitaalverschaffers regelingen voor soortgelijke projecten in verschillende landen vergelijken. Ten slotte zijn maatregelen afhankelijk van fase van het project en risico en rendement. Er zijn verschillende beleidskaders voor de financiering van duurzame projecten; deze zijn van belang bij het vormgeven van de interventie. Het is essentieel om daadwerkelijk beweging in de markt te krijgen en (nieuwe) partijen te stimuleren om de eerste stappen te zetten op weg naar de realisatie van solide business cases op basis van grondstoffen uit mest. Aanpassing van wet- en regelgeving is vaak een langdurig en complex proces. Zeker in de mestmarkt is dit zeer weerbarstig gebleken. Dit staat haaks op de ontwikkeling van solide business cases waarbij de markt juist ruimte nodig heeft om te kunnen ontwikkelen en te zien waar in praktijk de grootste mogelijkheden voor grondstoffen en producten uit mest liggen. Om te voorkomen dat overheid en markt op elkaar gaan wachten is het zinvol om te kijken waar door publiek/private samenwerking experimenteerruimte kan ontstaan voor bedrijven. Deze experimenteerruimte is beschikbaar voor bedrijven die grondstoffen uit mest willen winnen en deze gericht willen vermarkten. De uitkomst van de pilots kan vervolgens leiden tot aanpassing van de wet- en regelgeving of het opstellen van private overeenkomsten binnen de sector (al dan niet algemeen verbindend verklaard door de overheid als bij de papier- en kartonsector is geschied). Randvoorwaarde voor de experimenteerruimte is wel dat bedrijven de gelegenheid krijgen om investeringen in mestverwerking terug te verdienen. Dit stelt dus eisen aan duur van de maatregel en wijze van evaluatie of voortzetting van het experiment. Kortlopende proeven of pilots worden nadrukkelijk niet bedoeld; deze zijn geschikt voor het testen van technologie. Het betreft hier het zoeken naar de optimale prikkels om de markt te vormen en de marktpartijen de ruimte te geven om samenwerkend in cascades producten en grondstoffen uit mest te produceren en af te zetten. Evaluatie en optimaliseren is een continu proces; de experimenteerruimte is te beschouwen als de eerste stap in het proces van slim groeien. 10. Faciliteren slim groeien en ontwikkelen markt en procesindustrie De procesindustrie voor mestraffinage en de markt voor grondstoffen uit mest moeten nog grotendeels worden ontwikkeld. De gewenste eindplaatjes zullen niet in één keer bereikt worden, maar de industrie zal stapsgewijs ontstaan, waarbij de leerervaringen in elke stap moeten worden meegenomen in de volgende. Lerende van ervaringen in andere sectoren zoals de eerste generatie biobrandstoffen betekent dat investeringen in nieuwe installaties in beperkte stappen moeten plaatsvinden. Dit om te zorgen dat nieuwe kennis, technologie en innovaties zo snel mogelijk om op de markt terechtkomen. Het slim groeien van de sector vraagt om afstemming en regie binnen de sector (zonder in conflict met de NMA te komen) en ondersteuning door de overheid. De regie en afstemming kunnen plaatshebben binnen een op te richten branche-instituut voor kennis en innovatie van marktontwikkeling (zie interventie 7). 34 Stimulering van de economische potentie van duurzame energie voor Nederland, Van der Sloot et al, Roland Berger, pagina 27. 35 Kapitaalmarkt voor duurzame projecten, M. Bierman et al, SEO in opdracht van ministerie van VROM, juli 2009. 52 Pagina 58

Pagina 60

Heeft u een lesboek, digi brochure of digi-onderwijsmagazines? Gebruik Online Touch: maandblad online maken.

472 Lees publicatie 162Home


You need flash player to view this online publication