alle bedrijven aangesloten zijn. Kijkend naar de noodzaak om te komen tot een mestraffinagesector en het standpunt dat raffinage geen primaire agrarische activiteit is, zal het initiatief tot oprichting van de stichting voor beheer van de mestverwijderingsbijdrage moeten komen vanuit de procesindustrie; het veehouderijcomplex (dus niet alleen de primaire productie) is een belangrijke partner binnen de stichting. Het invoeren van een mestverwijderingsbijdrage door de overheid is een maatregel die getoetst moet worden aan het EU-landbouwbeleid. Ter indicatie: de verwijderingsbijdrage voor wit- en bruingoed is gebaseerd op EU-regelgeving, maar na 2011 is het op grond van deze regelgeving niet meer mogelijk om een verwijderingsbijdrage te heffen. De mogelijkheden van deze route moeten verder worden uitgezocht. 6. Bevorderen van kwaliteit van aangeleverde mest De kwaliteit van de aangeleverde mest heeft grote invloed op de opbrengst van de mestverwerking en -raffinage. Gebruik van verse mest vermindert de emissie van stallen en levert bij vergisting tot 30% meer biogas opbrengst. Het gebruik van verse mest en/of mestscheiding wordt mogelijk door andere stal- en opslagconcepten voor mest. Steunmaatregelen door versneld afschrijven van bestaande concepten en/of subsidie op nieuwbouw van duurzame stallen bevordert de transitie naar sturen op mestkwaliteit. 7. Oprichten van branche-instituut voor innovatie en kennisontwikkeling mestraffinage Doel van het branche instituut is om door gezamenlijk leren met alle spelers in de cluster te komen tot een versnelde invoering en ontwikkeling van een gezonde mestraffinagesector in Nederland. De lopende inventarisatie naar mogelijke vraaggestuurde ketens leert dat er een grote behoefte is aan een dergelijk instituut. De keuze van het bestuurs-, financierings- en organisatiemodel zijn essentieel voor een succesvolle opzet van het kennisinstituut. Primair moet dit gedreven worden door de bedrijven in de sector. Overheidssteun is welkom, maar mag niet bepalend zijn voor het functioneren, de agendering van onderwerpen en de prioriteitstelling van het instituut. De kern is dat de 50 deelnemers gericht zijn op commerciële verwerking van mest, continuïteit van de bedrijfsvoering, snelle ontwikkeling en vooral invoering van nieuwe technieken en vergroting van de markt. Het instituut kan namens de sector overleggen met de overheid over gewenste aanpassing van regelgeving, het weghalen van barrières of het vergroten van de afzetmogelijkheden. Het branche-instituut kan eventueel ook samenvallen met de stichting voor de verdeling van de middelen uit de mestverwijderingsbijdrage. Zoals aangegeven, is de procesindustrie de initiatiefnemer en is de agrarische sector een belangrijke partner in het geheel. Dergelijke instituten zien we ook in andere sectoren, gericht op verwaarding van reststromen. Aansluiting bij het netwerk van deze instituten is een logische stap om ook te kunnen leren van ontwikkelingen en ervaringen in andere sectoren. De Federatie Herwinning Grondstoffen32 is een koepel waarin sectorvertegenwoordigers samenwerken en kennis en inzichten delen. Immers, veel vraagstukken zullen sectoroverstijgend zijn en kunnen beter door de sectoren gemeenschappelijk aangepakt worden. Enkele partijen geven duidelijk aan in deze fase reeds behoefte te hebben aan een brancheorganisatie die de ontwikkeling van de mestraffinagesector inhoudelijk ondersteunt, kennis en ervaringen transparant maakt en zorgt voor verspreiding en initiatief. Door het ontbreken van een mestraffinagesector dreigt een ‘kip of ei’-situatie te ontstaan waarbij partijen op elkaar blijven wachten. De overheid kan overwegen het initiatief te nemen om deze situatie te doorbreken en door een initiële subsidie de oprichting van het instituut te versnellen. De overheid kan de geleidelijke groei van de procesindustrie voor mestverwerking stimuleren door maatregelen om versnelde afschrijving van installaties mogelijk te maken. Hierdoor wordt de economische levensduur van de installaties in overeenstemming gebracht met de feitelijke ontwikkeling. In feite is dit een vorm van afschrijving volgens vervangingswaarde waarbij verondersteld wordt dat de nieuwe generatie installaties aanmerkelijk productiever is dan de voorgaande. 32 Zie http://www.fhg-recycling.nl/templates/mercury.asp?page_id=1473 Pagina 56

Pagina 58

Voor clubmagazines, online reisgidsen en onderwijsmagazines zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een online winkel in uw relatiemagazines.

472 Lees publicatie 162Home


You need flash player to view this online publication