d. Statiegeldregeling op het gebruik van mineralen. De statiegeldregeling kan opgezet worden door de sector samen met de kunstmest- en fosfaatindustrie, en kan bekrachtigd worden door de overheid. Maar door de vele stappen, dus ook partijen in de keten en verliezen door het uitspoelen van mineralen uit de bodem, lijkt deze maatregel in praktijk moeilijk realiseerbaar zonder erg veel controle en afspraken. Verplichting op het upcyclen van mineralen is een interventie die bij voorkeur op EU-niveau genomen moet worden. Binnen de EU wordt geen fosfaat gewonnen en de EU is daarom op lange termijn niet zelfvoorzienend in de voedselproductie. Een beleid gericht op het upcyclen van mineralen past daarom ook in een Europese context. De afspraken over gebruik van duurzame energie zijn eveneens in EU-verband gemaakt. gen. Diverse andere sectoren, zoals de auto-industrie en de bruingoed-, witgoed- en elektronicasector, hebben dit probleem opgelost door collectieve invoering van een verwijderingsbijdrage die door de consument bij aanschaf van het product wordt betaald. Hiertegenover staat een verplichting van de leveranciers om de verkochte goederen aan het eind van de levensduur in te nemen en te re- of upcyclen. De ingezamelde middelen worden gebruikt om de investeringen in een moderne recyclingindustrie te financieren. Het blijkt dat deze regeling goed werkt om de onrendabele top te dekken en dat deze na verloop van jaren verlaagd of zelfs afgebouwd kan worden30,31. Figuur 25: Het doorberekenen van een verwijderingsbijdrage aan de consument is een beproefde methode in andere sectoren om recycling te financieren. 4. Definieer ontkoppelpunt mest-mineralen voor professionele afvalverwerkers. Haal barrières in regelgeving op gebruik van grondstoffen uit mest als afvalstof weg. Bedrijven geven aan dat dit de grootste beperking is voor het gebruik van vooral de mineralen uit mest buiten de landbouw. Afvalverwerkers zijn zeer ervaren in het verwerken van gereguleerde stromen als afval of biomassa en kunnen garanties afgeven dat producten niet meer in de landbouw terechtkomen. De verwerking van afval is gebaseerd op een strikte administratie, wijze van bedrijfsvoering en handhaving. In geval van overtreding is economische en imagoschade voor de betreffende afvalverwerker zeer groot. Deze regelgeving zou ook van toepassing moeten zijn voor deze categorie bedrijven indien zij mest raffineren en/of verwerken (gesloten keten met een totaaloplossing). Dit biedt ruimte om mest uit de landbouwomgeving weg te halen en maakt het genereren van nieuwe business voor professionele verwerkers mogelijk. 5. Mestverwijderingsbijdrage door ketenpartijen en eindgebruikers De kosten voor verwerking en/of verwijdering van de mest worden nu geheel afgewenteld op de primaire industrie en maken tot 5% van de kostprijs uit. Bij de primaire sector is onvoldoende draagkracht en vermogen beschikbaar om grootschalig te kunnen investeren in mestraffinageoplossin- Net als de verwijderingsbijdrage maakt deze heffing geen deel uit van de kostprijs en wordt deze bovenop de verkoopprijs gezet. Hierdoor worden de mogelijkheden tot afwenteling binnen de keten beperkt en wordt de leverancier van het eindproduct aan de consument aangeslagen voor de heffing. In de genoemde sectoren zijn aparte stichtingen in het leven geroepen voor het beheer van de fondsen. Deelname aan de regeling is verplicht, maar die aan de stichting is vrijwillig. In de praktijk blijkt de toegevoegde waarde van de stichting bij het steunen van de recyclingbedrijven, het bij elkaar brengen van partijen in keten en het voorlichten van het publiek zo groot dat vrijwel 30 NB: De ingezamelde middelen vloeien dus niet terug naar de primaire landbouwsector, maar naar de opzet van een procesindustrie gericht op mestraffinage. Een succesvolle raffinage-industrie met voldoende omvang om het mestoverschot te verwerken, moet in staat zijn een reële prijs voor de mest te betalen. Op deze wijze profiteert uiteindelijk ook de primaire sector van de heffing. 31 Ter indicatie: op basis van CBS-gegevens levert een heffing van € 0,005 op elke geproduceerde liter melk of kilo vlees, op jaarbasis een bedrag van circa € 60 miljoen op. 49 Pagina 55

Pagina 57

Scoor meer met een web winkel in uw vaktijdschriften. Velen gingen u voor en publiceerden tijdschriften online.

472 Lees publicatie 162Home


You need flash player to view this online publication