kippenmest in de BMC-centrale leidt tot een daling van de negatieve waarde van mest voor de veehouder en de bereidheid van akkerbouwers om te betalen voor de mest als grondstof. Het overschot van de intensieve veehouderij is in 2008 136 miljoen ton stikstof en 78 miljoen ton fosfaat. Tegen de bovengenoemde waarden van stikstofkunstmest en fosfaatkunstmest heeft dit overschot een waarde van circa 133 miljoen euro, terwijl de kosten voor opslag, transport en uitrijden nu circa 300 miljoen euro bedragen. Als gevolg van het ontbreken van schaarste op de mestmarkt krijgen de akkerbouwers nu in feite jaarlijks een forse donatie van de intensieve veehouders in de orde van grootte van circa 125 miljoen euro20,21. Figuur 16: Het afvoeren van mest naar akkerbouwers is een forse kostenpost voor de intensieve veehouderij. steeds betere technieken beschikbaar om mest zodanig te raffineren dat de producten de werking van kunstmest benaderen. Hergebruik van mineralen is om redenen van schaarste van fosfaat en milieubelasting wenselijk zijn. Maar op dit moment is het gebruik van kunstmestvervangers nog beperkt en sterk gereglementeerd, terwijl ook de belangen en investeringen van de gevestigde industrie bij de huidige productie van kunstmest groot zijn. 5.2 marktfalen en marktimperfecties Mest wordt op dit moment niet gewaardeerd op basis van de waarde van de daarin aanwezige grondstoffen. Er is dus sprake van marktfalen of marktimperfectie. Op grond van verkenning van de vraag- en aanbodzijde alsmede contacten met stakeholders, zijn de volgende marktimperfecties geconstateerd: 1. Vraag- en aanbodpartijen kennen elkaar niet, waardoor in de agrarische sector onbekend is waar vraag naar producten uit mest is. Bestaande ontwikkelingen zijn dominant aanbodgedreven, gericht op het oplossen van een mestoverschot en niet op het inspelen op een vraag. 2. Onvoldoende kennis over mestraffinage op grote schaal. Technologieën zijn vaak nog niet uitgewerkt op de vereiste schaal. 3. Mestraffinagefaciliteiten zijn beperkt en relatief kleinschalig (in vergelijking met het totale aanbod van mest). Bestaande oplossingen zijn vooral enkelvoudige oplossingen (bijvoorbeeld vergisting of productie van kunstmestvervangers) en niet gericht op meervoudige verwerking tot verschillende producten in cascades. 4. Businessmodellen voor het verwerken van producten in cascades door meerdere producenten zijn nog niet uitgekristalliseerd. 5. Mest is geprijsd als afval; de mestproducent (veehouder) moet betalen om mest af te voeren. De markt zoekt constant naar de goedkoopste kortetermijnoplossing om de liquiditeitspositie op peil te houden. Het gevolg is dat langetermijnafspraken constant onder druk staan en vaak verbroken worden. Naast mest wordt in de landbouw kunstmest gebruikt, waarin eveneens mineralen als fosfaat, stikstof en kali zijn verwerkt. Voor het produceren van de benodigde stikstof wordt jaarlijks in Nederland 435 miljoen m3 aardgas gebruikt voor binding van stikstof bij de kunstmestproductie22. Fosfaat wordt in de toekomst een schaars en onvervangbaar mineraal. Het is vooral afkomstig uit het buitenland in de vorm van fosfaatrots, waarbij in de mijnbouw 30 tot 50% van het mineraal verloren gaat23. Er komen 20 21 Niet alle fosfaat is plaatsbaar op het land. Het is interessant om deze situatie een keer te benaderen vanuit de ‘Game Theory’ en te bezien welke uitkomsten deze oefening geeft over de positie van de verschillende actoren en bij welke waarden deze posities veranderen. 22 Eindrapport Strategische verkenning covergisting van mest, Meijer et al, 2007/S 3-003260, mei 2008. 23 Fosfaat – van te veel naar tekort, Haes et al, Beleidsnotitie Stuurgroep Technology Assessment LNV, september 2009. 32 Pagina 38

Pagina 40

Interactieve digi studiegids, deze vaktijdschrift of rapport is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal publiceren van eonderwijs catalogussen.

472 Lees publicatie 162Home


You need flash player to view this online publication