6 1.1 Tijd voor nieuwe stappen In vergelijking met een decennium geleden neemt de aandacht voor duurzame ontwikkeling sterk toe. Er worden talloze initiatieven gestart, en ook in beleidskringen krijgt duurzaamheid steeds meer aandacht. Recente voorbeelden hiervan zijn onder meer de campagne vanuit de Europese Commissie om biologische landbouw te stimuleren onder jongeren1 en het wederom verstrekken van subsidies op zonnepanelen door de Nederlandse overheid.2 Daarnaast groeit het aantal ondernemers dat zich richt op maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Dit zijn waardevolle en positieve ontwikkelingen. Extra prioriteit geven aan het voorkomen van uitputting van natuurlijke hulpbronnen en van aantasting van de biodiversiteit en van het klimaat blijft echter zeer belangrijk en nodig. Zo vermeldt het Living Planet Report van het Wereld Natuur Fonds dat de biocapaciteit van de aarde jaarlijks met 25% wordt overschreden. Door een onevenredig grote consumptie is het ecologische systeem niet meer in staat zich voldoende te hestellen. Ook is sinds de jaren zeventig de biodiversiteit van de aarde met zo’n 30% gedaald (WWF, 2006). In het duurzaamheidsdebat overheerst de gedachte dat problemen met betrekking tot uitputting van natuurlijke hulpbronnen en milieuaantasting volledig zijn op te lossen door technologische vernieuwingen. In lijn hiermee wordt vanuit de economische benadering nog wel eens de groene Kuznets-curve opgevoerd. Die geeft aan dat economische groei zal leiden tot een schoner milieu omdat landen door de groei van hun economie meer (financiële) middelen beschikbaar krijgen die voor duurzame investeringen kunnen worden aangewend. Los van de vraag of meer financiële middelen automatisch leiden tot extra aandacht voor milieu en duurzaamheid, is ook aan de orde op welke wijze economische groei wordt gedefinieerd en gemeten. In het debat over duurzame ontwikkeling wordt tot nu toe te veel nadruk gelegd op milieu- en natuurcomponenten, en in mindere mate op sociale duurzaamheid. De afgelopen halve eeuw is het niet gelukt een doorbraak 3 te vinden voor het armoedevraagstuk, dat een groot deel van de wereldbevolking treft. Volgens het Human Development Report (2007-2008) leven wereldwijd 2,6 miljard mensen (40% van de wereldbevolking) van twee dollar of minder per dag (UNDP, 2007). Hiermee kan niet worden voorzien in de minimale basisbehoeften, waaronder goede huisvesting, gezondheidszorg en een gezond leefklimaat. Naast armoede spelen er problemen op het vlak van sociaal-cultureel welzijn. Te denken valt aan sociale vervreemding doordat het mensen in achterstandposities ontbreekt aan mogelijkheden en toekomstperspectief, of dat ze ten prooi vallen aan vervreemding omdat mensen geen grip meer ervaren op de eigen omgeving door beleidsveranderingen of globalisering. Het Sociaal Cultureel Planbureau brengt elke twee jaar een rapport uit (‘De Staat van Nederland’) waarin deze elementen aan bod komen. Het rapport uit 2007 vermeldt dat het besteedbaar inkomen van huishouden tussen 2001 en 2005 is gedaald en dat de arbeidsparticipatie van niet-westerse inwoners sterk achterblijft op het algemeen gemiddelde (Bijl e.a., 2007). Het belang van sociaal evenwicht in de wereld is net zo groot als 1 http://www.europa-nu. nl/9353000/1/j9vvh6nf08temv0/ vhwwggz81hx2?ctx=vhsjgh0wpcp9 (opgehaald 01-08-2008). http://www.senternovem.nl/ sde/nieuws/sde_subsidie_voor_ zonnepanelen_.asp (opgehaald 31-08-2008). 2 3 Een aantal factoren heeft hier duidelijk eerder negatief dan positief aan bijgedragen, zoals verstrekte leningen vanuit de westerse landen tegen hoge rentes die tot grote onaflosbare schulden leidden, en later opgelegd beleid vanuit IMF en de Wereldbank (Stiglitz, 2002). Pagina 13

Pagina 15

Heeft u een gebruiksaanwijzing, onlinebook of e-uitgaven? Gebruik Online Touch: reclamefolder digitaal zetten.

393 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication