34 ste aanpassingen zijn het actief toevoegen van zuurstof in het water, betere pH-sturing, nevelkoeling en toevoegen van huminezuur als mineralenbuffer. De ervaringen zijn uitgebreid vastgelegd in het verslag “Kroosteelt 2014” in Bijlage 1. Er is in september 2014 een nieuw bassin gemaakt op de zolder met behulp van betonnen wandjes van 35 cm hoog. Hierdoor ontstond een kroosvijver van 880 m2 met een waterdiepte van circa 25 cm. In de vijver zijn een beluchtingspomp en een dompelpomp geplaatst voor zuurstoftoediening, en op circa twee meter hoogte zijn 4 lijnen met nevelsproeiers geplaatst. De krooscultuur (mix van Lemna en Spirodela, verzameld uit een sloot) is in het najaar van 2014 in deze nieuwe opzet geënt en heeft hierin overwinterd. In de tweede helft van februari werd de eerste groei zichtbaar en vanaf maart 2015 is er eendenkroos geoogst. Het eendenkroos is telkens dagvers gevoederd aan de kalveren door opname in het gemengde rantsoen. In 2015 is met het telen en oogsten van eendenkroos in deze opzet gewerkt van maart tot november. Er zijn frequent data verzameld van de teeltomstandigheden en de eendenkroosopbrengst. Met deze data zijn de technische resultaten van het afgelopen jaar geanalyseerd. Er is een eendenkroosgroeimodel ontwikkeld dat met deze data is gevalideerd. Dit hoofdstuk beschrijft de gebruikte parameters en de toegepaste methodiek voor de uitgevoerde modelsimulaties op basis van de metingen in 2015. 2.2 Model parameters De groei van eendenkroos wordt bepaald door vijf groeifactoren. Ten eerste de fotoperiode: dit is het aantal zonuren per dag waarin de lichtintensiteit van de zonnestraling boven de verzadigingsgrens ligt van 342 [µmol.m-2 s-1] (Lasfar et al., 2007). De zonnestraling is gemeten door een LP PAR 01 sensor in de kas op 1 meter hoogte boven het kroos. De tweede groeifactor is de watertemperatuur tussen de wortels van het kroos. Deze temperatuur is gemeten met een TEP-102M, Pt1000 sensor, waarbij de sensor op de worteldiepte van het kroos is geplaatst. De volgende groeifactor is de pH van het water. De pH is door buffers constant gehouden op een niveau van 6, en daarom in het model ook als vaste waarde beschouwd. De laatste twee groeifactoren zijn het stikstof- en fosfaatgehalte [mg/L]. De stikstof- en fosfaatconcentratie in het water zijn geen gevoelige modelparameters, en zijn daarom niet continu gemeten (Van den Top, 2014). Het model neemt aan dat de nutriëntenconcentraties geen limiterende factoren zijn. De omschrijvingen van de bovengenoemde groeifactoren gelden voor het resterende deel van dit rapport. Naast groeifactoren maakt het model ook gebruik van constante parameters. Deze zijn weergeven in Tabel 8. Pagina 41

Pagina 43

Scoor meer met een e-commerce shop in uw vaktijdschriften. Velen gingen u voor en publiceerden mailings online.

644 Lees publicatie 256Home


You need flash player to view this online publication