is ook huminezuur toegevoegd. Dit geeft een bufferende werking doordat het mineralen bindt, zodat een lichte onbalans in mineralenaanbod kan worden opgevangen. Met deze middelen is de pH meestal probleemloos binnen de optimale range gebleven. Af en toe is met een verzurende meststof (salpeterzuur/fosforzuur) bijgestuurd. Voor de EC-waarde is als doel gekozen voor 1-1,5 mS/cm. Als basis voor de bemesting is gebruik gemaakt van dunne fractie van het digestaat, vanwege de gunstige N/P-verhouding voor de groei van het kroos. Maandelijks werd op basis van de uitslag van de maandelijkse gietwateranalyse bijgestuurd met dunne fractie, losse kunstmeststoffen en sporenelementen. CO2-gehalte en luchtvochtigheid Door een gedeelte van de ventilatielucht uit de onderliggende stal over de vijver te blazen, werd de CO2-concentratie tussen de 1.500 en 2.000 ppm gehouden. Daarmee was deze parameter niet limiterend voor de kroosteelt (de concentratie in de atmosfeer is circa 400 ppm). De relatieve luchtvochtigheid (gemeten op 25 cm boven het wateroppervlak) schommelde meestal tussen 60 en 80%. Zuurstofgehalte in de vijver Stilstaand water kan snel zuurstofloos worden, met name als zich er organische deeltjes in bevinden. Daarnaast kan er minder zuurstof in water oplossen als de temperatuur stijgt (thermodynamisch principe). Bij gebruik van de dunne fractie, afgescheiden uit het digestaat als bemesting wordt er telkens een klein beetje organische stof toegevoegd aan het water. De afbraak hiervan kost zuurstof, en dit moet gecompenseerd worden door zuurstof toe te voegen in het water. Door anaerobe omstandigheden in het water worden allerlei giftige verbindingen gevormd, zoals nitriet en sulfiet (Schuurman, 2014). Dit kan leiden tot een flinke reductie van de groei en tot een crash van de teelt, waarbij er dood rottend kroos op het water drijft en flinke algengroei plaatsvindt. Tijdens het voorjaar 2015 bleek het zuurstofgehalte van het water onvoldoende te zijn. Dit is verholpen door een extra dompelpomp en bellenbeluchters te plaatsen, die zorgden voor voldoende zuurstof in de kroosvijver. Ook een sproeier en roerder brachten veel zuurstof in het water. Na een kleine dip in de productie was het oppervlak snel weer bedekt met fris kroos. Kroosdichtheid en oogst Tijdens het groeiseizoen is gestreefd naar een optimale kroosdichtheid op de vijver van 400-1.000 gram vers gewicht/m². Dit verschilt per kroossoort. Op plaatsen waar het kroos stapelt, kan tot wel 2.000 gram vers/m² drijven. Vuistregel is dat voor een optimale benutting van het inkomende zonlicht, het gehele oppervlak bedekt moet zijn. Stapeling van kroos moet echter worden vermeden, om afsterving te voorkomen. In de praktijk is meestal geoogst op het moment dat het kroos op enkele plaatsen begon te stapelen. Oogsten is tot augustus 2015 gedaan met een schepnet. Daarna is het oogsten gemechaniseerd door middel van een langzaam draaiende zeefband. Dit bleek goed te werken. De timing van de oogst is eenvoudig te realiseren door met sensoren de bladgroendichtheid te bepalen en bij een bepaalde band7 Pagina 14

Pagina 16

Interactieve efolder, deze krant of brochure is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal bladerbaar maken van digi catalogi.

644 Lees publicatie 256Home


You need flash player to view this online publication