ruimte meer in landbouwsystemen. We zijn toe aan een wildernis waar al die soorten die we willen behouden ooit ontstonden. Op Europees niveau zien we ook een scheiding. Arcadische landschappen verdwijnen. Landschappen worden intensief gebruikt voor grootschalige landbouw of ze worden verlaten en groeien dan vaak dicht. Dat vergroot niet alleen de kans op bosbranden, maar leidt ook niet tot een rijke biodiversiteit als grazers niet voor open plekken zorgen (zoals beschreven in Hoofdstuk 6 van dit deel). Een nieuw wildernisconcept is daarom een intrigerend perspectief om Europa’s natuur weer een plek te geven en dat te combineren met nieuwe inkomsten uit toerisme. Wellicht ontstaat er ook een mogelijkheid om op een nieuwe – maar ook weer eeuwenoude – wijze veeteelt te bedrijven. De vreemde situatie doet zich voor dat we consumptiedieren fokken in stallen, maar moeite hebben met het oogsten van dieren uit natuurgebieden. In de debatten over het beheer van de Oostvaardersplassen leidt dat tot heftige emoties. Samenvattend staat de landbouw voor enorme opgaven om duurzaam te gaan produceren in wereldwijde concurrentie voor een groeiende wereldbevolking. Laten we de landbouw daarbij bevrijden van de onmogelijke opdracht om deze uitdaging te combineren met natuurbeheer. Laten we inzetten op een goede toekomst in plaats van een achterhaald verleden. 9 Heeft het landschap toekomst? Het begrip ‘landschap’ is ontstaan in Nederland. Het verwees naar schoonheid, openheid, overzicht, rust, geschiedenis maar bovenal harmonie. Dat zijn termen die heel weinig landschappen in Nederland nog bij je oproepen. Het Nederlandse landschap is er een van dynamiek, activiteit, verandering, bouwen, ingrijpen. Er zijn niet veel mensen meer die het Nederlandse landschap, zoals Thijsse ooit, zien als de plek waar zij wonen. Onze verhouding met het landschap is wezenlijk veranderd. De argeloze verhouding met het landschap is verdwenen. De ruimte is een strijdperk geworden, de gewaarde elementen van het landschap verdwijnen en er komen er geen meer bij. Het vanzelfsprekende landschap bleek een idool, het landschap heeft geen eigenaar meer. In 2010 hield Willem van Toorn bij de aanvaarding van de Groeneveldprijs een rede onder de titel Waar wij wonen, daarmee verwijzend naar het gelijknamige boek van Thijsse uit 1937.1 Thijsse zag Nederland als “een merkwaardig complex van cultuur en natuur”. Hij maakte geen groot punt van de verschillen tussen de waarden van natuur en cultuur. Thijsse leefde in een tijd die hij, op dit punt, als harmonieus moet hebben ervaren. De titel van zijn boek gaf de essentie weer van de innige verbondenheid die hij zag 1 146 Zie een samenvatting van zijn rede in NRC Handelsblad van 23-10-2010. 147 Pagina 74

Pagina 76

Heeft u een rapport, ipaper of online cursussen? Gebruik Online Touch: lesmateriaal online maken.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication