bijeen te houden, ontkom ik niet aan de conclusie dat er geen perspectief is. Zoals Jonathan Franzen zei: “You have to love before you can be relentless.”1 De miljoenen die afgelopen decennia in agrarisch natuurbeheer zijn gestopt, hebben niet voorkomen dat vrijwel alle natuur die ooit op percelen was te vinden, is verdwenen. Waar nog sprake is van enig succes zijn de soorten, met name weidevogels, gedecimeerd. Agrarisch natuurbeheer bestaat alleen nog vanwege politieke argumenten: ook particulieren moeten in aanmerking komen voor subsidie en inkomenssteun voor de boeren wordt gewenst geacht.2 De boeren kunnen we deze functieverandering van peasant en farmer naar industrial niet kwalijk nemen. Als wij voor vrije wereldhandel zijn, dan moet de boer immers mee. De agrarische stereotype van productie van voedsel in relatie met lokale omstandigheden, kennis van gewassen en huisdieren in een culturele context is verdwenen. Wat ooit een agrarische cultuur was, is industrieel geworden; wat ooit agrarische productie was, heeft haar ecologische basis verloren. Landbouw werkt niet meer met natuur of in de natuur, maar tegen of zelfs buiten de natuur. Maar het agrarisch cultuurlandschap was toch ooit heel soortenrijk? Dat kunnen we nog zien in bijvoorbeeld Oost-Europa, WitRusland en de Oekraïne? Helaas is dat een tussenfase die geen lang leven is beschoren. Bij de ontwikkeling van de landbouw zien we wereldwijd steeds hetzelfde patroon. Eerst worden soorten die concurreren met de landbouw verjaagd: allerlei soorten grazers die de fase van de 1 Jonathan Franzen, Ten rules for writing fiction. Www.guardian.co.uk/ books/2010/feb/20/ten-rules-for-writing-fiction-part-one 2 Zie diverse rapporten van SOVON en de verschillende Natuurbalansen. 142 jager-verzamelaars ooit hadden overleefd, verdwijnen. Met die grazers verdwijnen ook de grotere roofdieren. Vervolgens komt er een fase waarin de grote verschillen in vruchtbaarheid, ondergrond, reliëf nog enigszins in stand blijven of zelfs versterkt omdat jarenlang dezelfde soort activiteit op dezelfde plek wordt uitgevoerd. Op kleine ruimtelijke schaal kan zo een grote rijkdom aan biodiversiteit ontstaan. Maar op een grotere schaal bezien, is het spectrum al smaller geworden. In de volgende fase van landbouwontwikkeling verdwijnt ook de diversiteit op de kleine schaal: percelen werden homogeen. Door ontwatering, bemesting en mechanisatie groeien op een moderne akker of weiland alleen nog de beoogde soorten: alleen aardappels of alleen maïs, of alleen Engels raaigras. In drie stappen zijn kortom alle soorten uit de percelen verdwenen: de restanten van biodiversiteit in de bodem niet meegerekend is de biodiversiteit teruggebracht tot één. Kunnen we dan niet een beetje extensiveren? Nee, dat heeft geen zin omdat je extreem ver terug moet in bemesting en ontwatering en de productiviteit met 50 tot 75% terug moet, om de diversiteit in biotopen weer tot uiting te laten komen. Je ziet dan ook dat de tweedeling zich overal in Oost-Europa voltrekt: landbouwgronden worden verlaten of geïntensiveerd. Het tussengebied was alleen mogelijk in een tussenfase. Ook zonder de last van agrarisch natuurbeheer staat de landbouw voor enorme opgaven. Landbouw had lange tijd een onschuldig imago, maar de sector als geheel is zo langzamerhand eerder bedreigend dan onschuldig. Daarbij gaat het niet slechts om het verdwijnen van landschappen en de achteruitgang van de biodiversiteit van agrarische systemen. In de bio-industrie worden permanent antibiotica gebruikt, waardoor resistente bacteriën ontstaan die ook voor mensen een grote risicofactor kunnen zijn. De veehouderij draagt meervoudig bij aan de klimaatproblemen: 143 Pagina 72

Pagina 74

Voor archief, online whitepapers en relatiemagazines zie het Online Touch CMS beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een web winkel in uw publicaties.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication