en tegengif van de civilisatie, terug te voeren op bijvoorbeeld Rousseau, speelt een rol. Het thema ‘oorsprong en eenvoud’ kwam ook sterk naar voren in de nationale Amerikaanse mythe van the frontier. De wildernis was in dat verband een symbool voor natievorming, sociale vernieuwing, en de essentie van de Amerikaanse identiteit. Omdat de wildernis achter the frontier zo belangrijk was geweest voor de natie moest er toen die was verdwenen een substituut worden gevonden in de vorm van parken en reservaten. Die stonden symbool voor gemeenschapsvorming, maar ook voor de vrijheid van individuen. Van het begin af aan was het ironisch dat die laatste wildernissen gebruikt werden voor de toeristische avonturen van de rijken en dat de Indianen werden verbannen. De wildernis moest immers maagdelijk zijn, maar als het even kon ook gevaarloos. Zo ging de culturele uitvinding van de wildernis vanaf het begin gepaard met het wegpoetsen van de geschiedenis. Het werden plaatsen buiten de tijd. Als frontier stond wildernis volgens Cronon voor de morgenstond van de civilisatie. Als het sublieme stond wildernis voor het heilige, de woonplaats van God die niet verandert in de tijd. Cronon formuleert ook kritiek op hedendaagse natuurbeschermers: velen hebben er volgens hem geen moeite mee te zien dat God de expressie is van onze menselijke verlangens en dromen, maar vinden het wel moeilijk te zien dat in deze tijd de natuur dezelfde soort spiegel biedt. Zo dient wildernis als de niet onderzochte basis waarop de standpunten van quasi-religieuze natuurbeschermers rusten. Het zou een plaats zijn van vrijheid, waar we ons ware zelf kunnen terugvinden: wildernis als het ultieme landschap van de authenticiteit. Het zou de wereld zijn zoals hij echt is en waar we onszelf kunnen leren kennen zoals we werkelijk zijn. 106 Veel auteurs met een groot hart voor natuur beklagen zich over de onttovering van de natuur. Door die onttovering gaan mensen volgens een auteur als Ton Lemaire (2002) de natuur naar eigen goeddunken exploiteren. Heilige plekken werden profaan. De genius loci wordt een GPS-locatie. Maar vanwaar die teleurstelling omtrent de onttovering? Klagen over de onttovering heeft geen zin. Je kunt niet opnieuw in Sinterklaas gaan geloven. Of zou het zo zijn dat die onttovering die zich in de loop van eeuwen heeft voltrokken, ons herinnert aan een onttovering die wijzelf in de ontwikkeling van kind naar volwassene beleven? Veel volwassenen ervaren dat de glans van de plekken van hun jeugd, blijkt te zijn verdwenen. Veel mensen maken bij het afscheid van hun jeugd een gevoel van onttovering mee. Het verlangen naar betovering is waarschijnlijk slechts een verlangen van volwassenen naar de glans van de kindertijd. Wordsworth verwoordde het treffend: Wat ik ooit zag, kan ik nu niet meer zien. Hij is er zijn hele leven naar blijven zoeken en ik denk dat iemand als Lemaire ook op zoek is naar een ooit zo indrukwekkende jeugdervaring. Projecteren ze hun eigen verlies op de samenleving? Heeft het landschap zijn kwaliteit verloren of kunnen we als volwassenen de glans niet meer ervaren? In Expeditie Wildernis kwam dit thema ook aan de orde in het gesprek met Marjoleine de Vos. Ze stelde dat er aan natuur niets valt te begrijpen. Natuur is niet mooi, lelijk of vriendelijk; ze trekt zich niks van je aan. De natuur is onaandoenlijk voor ons lot, en dat is niet makkelijk te verdragen. Ze ziet de onttovering niet als probleem, maar eerder geestelijke hygiëne. Zoals in een gedicht van Pessoa: Mystieke dichters zeggen dat bloemen voelen en dat stenen zielen hebben en rivieren extase in het maanlicht. 107 Pagina 54
Pagina 56Voor folders, online reisgidsen en artikelen zie het Online Touch CMS beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw publicaties.
546 Lees publicatie 216Home