val zijn ontstaan? Er is geen evolutionaire verklaring voor de vraag waarom ik ontroerd zou worden door een pijlstaart. Is onze capaciteit om schoonheid te ervaren compensatie voor het bewustzijn dat we sterfelijk zijn? Of haalt de natuur een wrede truc met ons uit: houdt ons iets voor waar we niets aan hebben om ons te verleiden in leven te blijven?” gd: “Hoe zit het met het Goede?” bvdk: “Daar zit een soortgelijk iets. Het wonder dat altruïsme in de natuur kon ontstaan. Met grote ontroering denk ik terug aan een moment met mijn zoon. Hij loopt voor mij uit op het tuinpad, bukt zich, pakt een slakje en zet het opzij. Een prachtig gebaar om dat diertje te beschermen. Dat kun je trivialiseren. Maar die ervaring van ontroering en het altruïsme dat eruit spreekt, raakt aan de kern van menselijkheid en verzet zich wat mij betreft tegen iedere trivialisering. Frans de Waal verrichtte baanbrekend werk door te laten zien dat een bepaald evenwicht tussen altruïsme en egoïsme ons tot hier heeft gebracht. Zonder die mechanismen waren wij simpelweg niet zo succesvol geweest in de evolutie. Tegelijk stellen denkers als Nietzsche en De Martelaere met recht dat zo’n visie op moraal, de moraal doet verdampen. Zelf geloof ik dat we steeds meer het inzicht in de drielagigheid van moraal en schoonheid zullen ontdekken en verdiepen. We zijn gedoemd tot een permanent debat over de verhouding tussen onze biologische neigingen, wat we cultureel toelaatbaar vinden, en onze individuele bagage. De balans tussen die drie kun je nooit dogmatisch vastleggen. We gaan steeds op en neer tussen neiging en debat. Dat debat maakt ons mens. En ook daar kan weer iets moois inzitten. Juist op het gebied van moraal kunnen wij veel van dieren leren. In het dierenrijk en bij andere culturen zijn er vele verschillende succesvolle invullingen van wat we moraal kunnen noemen. Die rijkdom kan als spiegel dienen om onszelf beter te begrijpen.” 78 gd: “Via wildernis zou je dus tot een diepere duiding kunnen komen van het Ware, het Goede en het Schone? De postmoderne crisis in onze omgang met waarheid, moraliteit en kunst zou aldus zijn te ontmaskeren als een wildernisprobleem dat zichzelf nog niet heeft doorzien. Misschien is ook dat een mogelijke ontdekking aan de wilde achterkant van Nederland. Wat laat zich vanuit dit perspectief zeggen over een evolutionaire kenleer of de notie van het Ware?” bvdk: “De geschiedenis van het denken over de natuur is één grote stroom van beelden die steeds veranderen. Er is niet één vast punt of vaste waarheid. Wat dat betreft lijkt Herakleitos met zijn idee van een stromende natuur die de neiging heeft zich te verbergen, nog het dichtst bij ‘de waarheid’ te zitten. Terwijl bij natuurbeschermers typisch genoeg vaak een platoonse opvatting van vaste natuurwaarden dominant was.” gd: “Worden is het belangrijkste werkwoord van het denken over natuur.” bvdk: “Inderdaad, menig beleidsmaker heeft de neiging het worden om zeep te helpen. We dreigen de natuur te maken tot iets wat niet meer wordt, terwijl worden juist het kenmerk is van natuur.” gd: “Stelt dit boek die verwording van het worden op scherp? En is precies dat wat je wilt verwoorden door het onderscheid te introduceren tussen biologisering en naturalisering?” bvdk: “Scruton zegt dat hij wil ontkomen aan onze taal. We zitten vast aan woorden die onvoldoende in staat lijken om nieuwe dingen te verwoorden. Strakke definities van biologisering en naturalisering helpen dan wellicht ook niet verder. De zoektocht naar de schimmige grens tussen beide begrippen kan zelf onderwerp van debat zijn.” gd: “Het kan juist de uitdaging zijn om de lezer deelgenoot te maken van deze zoektocht. Ik maak graag het onderscheid tussen 79 Pagina 40
Pagina 42Voor mailings, online verenigingsbladen en kranten zie het Online Touch beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een web winkel in uw uitgaves.
546 Lees publicatie 216Home