1 Mens: evenbeeld van God, machine of dier? De vraag ‘Wat is de mens?’ is een van de oudste filosofische vragen. Sinds Charles Darwin wordt deze vraag steeds meer vanuit de biologie beantwoord. Tot die tijd werd de mens bijvoorbeeld gezien als evenbeeld van God (conform het scheppingsverhaal uit het Oude Testament) of als een veredelde machine, zoals door Lamettrie tijdens de Verlichting. Darwin zag aan de ene kant veel in het idee van universaliteit van de menselijke natuur en menselijke emoties. Iets van die emoties herkende hij ook bij dieren. Aan de andere kant waren sommige rassen in zijn ogen duidelijk inferieur en vrouwen uiteindelijk zelfs een minder geslacht. Vaak wordt Darwins idee samengevat als de leer van de survival of the fittest. Het was Spencer die met deze uitdrukking de deur opende voor een sociaal-darwinisme met kwalijke gevolgen. Hij legde de nadruk op ‘de sterkste’ waar Darwin sprak over ‘de best aangepaste’. De verkeerde descriptie werd een prescriptie: de zwakkeren moeten ten onder gaan, de sterken moeten overwinnen. De eugenetische ambitie om de evolutie een handje te helpen liep tijdens de Tweede Wereldoorlog vreselijk uit de hand. Menigeen lijkt nog tot op de dag van vandaag verkeerd begrepen darwinistische opvattingen te gebruiken ter verdediging van liberale strategieën. Denk aan Ayn Rand, nog steeds een gevierd schrijver en inspiratiebron voor the Chicago boys: economen die een neodar32 winistische liberale ideologie verkopen als wetenschap.1 Het riep ook een tegenbeeld op: het cultureel determinisme. De aanhangers van deze stroming gaan ervan uit dat mensen als tabula rasa worden geboren en door opvoeding en training zijn te vormen. Dit ‘standaardmodel van de sociale wetenschap’ ging uit van maakbare mensen en paste goed bij het ideaal van een maakbare samenleving. Het was koren op de molen van communisten, met hun geloof in een nieuwe mens en een nieuwe samenleving. Het leidde tot talloos vele slachtoffers. Het behaviorisme, een ander voorbeeld van deze school, werd vanaf de jaren vijftig populair. Ook deze school ging ervan uit dat mensen en dieren door leerprocessen alle kanten op kunnen worden gestuurd. Voor deze school was het objectief meten van gedrag belangrijk, terwijl emoties taboe waren. Darwin werd verweten aan dieren emoties en gedachten toe te hebben gekend. Er was een nieuwe generatie ethologen voor nodig om het bestaan van een eigen psychologie van dieren weer onder de aandacht te brengen. Populaire werken als De naakte aap van Desmond Morris droegen bij aan de kentering; de omslag lijkt definitief met de boeken van Antonio Damasio en Frans de Waal. De bestseller van Dick Swaab, Wij zijn ons brein (2010), is een actueel voorbeeld van de nieuwe benadering waarbij de geest niet meer als een losstaand iets of als een mechanisch, kneedbaar geheel wordt gezien, maar als iets wat nadrukkelijk in samenhang met onze biologische basis tot werking komt. Er is veel commentaar op Swaab, maar hij is onderdeel van een brede stroming. Ook het feit dat genetisch onderzoek naar criminaliteit en seksualiteit de laatste jaren uit de taboesfeer van de (sociaal) cultureel deterministen is gekomen, wijst op deze trend, evenals de vervanging van psychoanalyse door medicatie. 1 Zie Hans Achterhuis, De utopie van de vrije markt. 33 Pagina 17

Pagina 19

Heeft u een editie, ibrochure of online onderwijs catalogi? Gebruik Online Touch: reclamefolder digitaal publiceren.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication