heid. De natuurbeheerders moeten zo snel mogelijk uit deze spagaat zien te komen: ze hebben geen stem en geen ideeën omdat ze de overheid volgen en worden vervolgens afgemaakt omdat ze subsidieslurpers zouden zijn die hun eigen belang nastreven. De vraag of er één grote nationale beheerorganisatie moet komen naast de provinciale beheerders en of er op provinciaal niveau verschillende beheerders naast elkaar moeten blijven bestaan of een combinatie van nationale, provinciale en lokale organisaties die subsidiair werken, is op dit moment nog moeilijk te beantwoorden. Op korte termijn is het een brug te ver. Wel is denkbaar dat er meer en sterkere doel-organisaties komen: voor vissers en jagers, voor mensen die in het groen willen wonen, voor vogelliefhebbers, voor wildernisliefhebbers, enzovoorts. Belangrijk is dat de natuurbeschermers drie rollen vervullen: de biodiversiteit en internationale betekenis van Nederland op lange termijn veiligstellen en robuuste autonome natuurgebieden realiseren; samenhangend beleid op regionaal niveau realiseren en tegemoetkomen aan de wensen van burgers op lokaal niveau. Het realiseren van robuuste systemen met natuurlijke processen op nationaal niveau maakt het mogelijk om daarbuiten, op lokaal en regionaal niveau, veel meer keuzevrijheid te geven aan betrokken burgers en minder te hoeven leunen op rigide regelgeving. Samenvattend staat de natuurbescherming van de toekomst op afstand van de politiek en dicht bij de burger. Kansrijke perspectieven voor wildernis tekenen zich af als die in het teken staan van pluriformiteit in natuurbeheer en natuurbeleving. 13 Wildheid als duurzaam perspectief: wonen op aarde We hebben gezien dat kiezen voor een biologisch of naturalistisch perspectief niet aan de orde is. Het gaat om de afwisseling van perspectieven, ze zijn beide nodig. Hadot komt uiteindelijk ook tot een vergelijkbare conclusie: de prometheïsche en de orpheische benadering staan weliswaar tegenover elkaar, maar beide hebben hun rechtmatige positie en sluiten elkaar niet wederzijds uit. Ik geloof dat prometheïsche en orpheïsche ervaringen elkaar niet alleen niet uitsluiten, maar in de afwisseling elkaar ook versterken. Kennis van het plantje of de vogel is immers de basis van verwondering: facts feed wonder (Macfarlane, 2007). Kennis is bovendien de basis voor de ervaring van een situatie die de mensheid niet eerder kende. Precies nu we zien dat we het risico lopen het leven op aarde aanzienlijk te verarmen, opent het perspectief van onze vernietiging onze ogen voor, om met Darwin te spreken, de grandeur die ons wordt aangereikt. De eindeloze variatie, de creativiteit en de levenskracht kunnen uiteindelijk niets anders doen dan ons verwonderen over die pracht en over ons eigen bestaan. Zicht op de natuur is wat zowel mededogen oproept met alles wat leeft, als vreugde om dat unieke wonder, dat verbijsterende gegeven, dat leven heet. 284 285 Pagina 143

Pagina 145

Heeft u een flyer, turn pages of online onderzoeksrapporten? Gebruik Online Touch: onderwijsmagazine digitaal uitgeven.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication