veel van technische verbeteringen en wereldwijde samenwerking. Ook het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is niet zonder meer pessimistisch. Minder vlees eten zou bijvoorbeeld al een substantiële bijdrage leveren. In Europa is de bevolking de afgelopen decennia toegenomen en de welvaart fors gestegen, terwijl de natuur er de laatste jaren toch op vooruit lijkt te gaan, althans buiten de landbouwgebieden. Die vooruitgang is te danken aan betere bescherming, rewilding en meer ruimte voor natuurgebied. Ook blijkt uit de tabellen van het PBL dat de achteruitgang van de wereldwijde biodiversiteit in de negentiende eeuw sneller verliep dan in de twintigste eeuw, terwijl de bevolking toen toch veel sneller groeide. De achteruitgang van de biodiversiteit in de eenentwintigste eeuw zal volgens het PBL doorgaan, maar in een lager tempo. De verklaring daarvoor zou somberder kunnen zijn dan het op het eerste gezicht lijkt: mogelijk zijn de kwetsbaarste soorten al verdwenen en sterven de overblijvende soorten misschien niet uit maar blijven slechts op een fractie van het areaal over. Wat kan ons in Nederland, maar ook daarbuiten, helpen om wildernissen, natuur en biodiversiteit door die flessenhals heen te helpen? Vaak worden drie knoppen benoemd waarmee gestuurd kan worden: gedrag, techniek en regelgeving. Sommigen verwachten veel van gedragsverandering van individuen. Anderen denken dat de technologische vooruitgang redding zal brengen. Weer anderen menen dat regelgeving (normen, heffingen, geboden en verboden) het meest effectief zijn. Ik ga ervan uit dat alledrie aan de orde zijn. In deze paragraaf ga ik in op enkele aspecten van gedrag. De vraag of soberheid helpt, staat daarbij centraal. Ton Lemaire schrijft al jaren met veel betrokkenheid en passie over de natuur. Zijn zorg over het verdwijnen van landschappen 272 en culturen roept bij veel mensen herkenning op. Hij is een begenadigd schrijver die steeds somberder lijkt te worden. In zijn laatste boek, De val van Prometheus (2010), beschrijft hij met zoveel woorden dat complex van wetenschap, technologie en kennis ons op een weg zet die leidt tot uitputting van de natuur, van grondstoffen en uiteindelijk van de aarde zelf. Lemaire pleit voor soberheid en een meer muzische houding. Hij neemt de beeldspraak van Pierre Hadot over om van een prometheïsche houding (waarbij de natuur als middel wordt gezien) over te gaan op een orpheische houding (waarbij de natuur wordt bewonderd). Zoals bekend was Prometheus degene die het vuur, symbool voor kennis en techniek, stal van de goden en dat aan de mensen gaf. Als wraak stuurde Zeus een doos met plagen die door de nieuwsgierigheid van Pandora de wereld in konden vliegen. Allen de hoop bleef achter. In zijn boek beschrijft Lemaire alle plagen die de mensheid over de wereld verspreidt. In zijn doos van Pandora lijkt de hoop ook vertrokken en lijkt alleen een slecht leesbaar papiertje met het woord ‘soberheid’ achtergebleven. Hoewel de achterliggende emotie die uit de tekst spreekt veel doet resoneren, heb ik moeite met de redenering. In de eerste plaats is een oproep om sober te leven ten behoeve van de lijdende aarde, weinig aansprekend. De aarde is geen moeder en heeft geen gevoelens over zichzelf of de mens. Ook de levende natuur staat onverschillig ten opzichte van de mens.1 De suggestie dat mensen vroeger in harmonie met de natuur leefden, is al lang geleden ontmaskerd, en maakte niet toevallig deel uit van onze ‘idolenleer’. Áls we sober gaan leven, moeten we dat doen omdat we daar als mensheid iets mee bereiken. Het doel kan zeker zijn dat we de aarde willen behouden als een goede plek om te leven 1 Vergelijk de typering van Marjoleine de Vos in Hoofdstuk 3 van Deel 1: ‘De natuur is onaandoenlijk voor ons lot, en dat is niet makkelijk te verdragen.’ 273 Pagina 137
Pagina 139Heeft u een clubblad, virtualpaper of online onderwijscatalogi? Gebruik Online Touch: relatiemagazine digitaal maken.
546 Lees publicatie 216Home