45 ... en verlaat. Want er was nog iets anders. Met de joods-christelijke culturen verschijnt iets geweldigs op het toneel: een doel, een Beloofd Land, een stip op de horizon. Voor het eerst in de geschiedenis gaan culturen zichzelf expliciet zien als groepen mensen die ergens vandaan komen en ergens naar toe gaan. Bovendien ontstaat de gedachte dat de toekomst beter moet of kan zijn dan het verleden. 46 Het tijdsbesef veranderde. Waar primitievere culturen met de natuur verbonden zijn door een cyclische tijd die zijn ritmes ontleent aan seizoenen, jaargetijden en de bewegingen van de sterren, daar wordt met de monotheïstische godsdiensten het geloof in een lineaire tijd geboren. Twee zaken versterken elkaar vanaf dat moment: met onze talen bouwen we ons een eigen virtuele werkelijkheid (= eerste losweking). En met onze lineaire tijd maken we ons los van de cycli van de natuur (= tweede losweking). Terwijl in de natuur het beginsel van de wederkeer blijft leven, begint de mens te leven in een eigen wereld die afstevent op utopie, perfectie en beheersing. Daarbij steeds meer vergetend dat ze slechts mogelijk is bij de gratie van een natuur waaruit ze werd geboren. 47 ‘Natuurlijk’ is het verhaal veel complexer. Allereerst is het goed te beseffen dat onze taal maar taal is. Lange tijd hielden taalkundigen ons voor dat onze moderne talen en de taal van de wiskunde ons van de natuur emancipeerden. Door de taal – en vooral ook het Woord van God – konden wij bóven de natuur staan en haar beheersen en, uiteindelijk, op de pijnbank leggen om haar haar geheimen te laten prijsgeven. 63 Pagina 63

Pagina 65

Scoor meer met een web winkel in uw catalogi. Velen gingen u voor en publiceerden PDF's online.

541 Lees publicatie 215Home


You need flash player to view this online publication