men, buizerds, reigers, vergeet-me-nietjes... Maar wie heeft die woorden bedacht? Is er een werkelijkheid zonder woorden? 40 ‘De mens doet alsof hij de schepper en de meester van de taal is, terwijl zij toch de mens regeert.’ – Heidegger. 41 De weerstand tegen deze tekst is een sleutel. 42 ‘Pas op je woorden!’ 43 ‘Geduld...’ 44 Alleen door de weerstand te volgen is te zien wat zich op of achter of voor mijn blinde vlek verbergt. Er is wel gezegd dat de mens zich door de taal langzaam maar zeker loszong van de natuur: begin van alle natuurvergetenheid. Primitieve talen kenden nog een akoestische gelijkenis met dingen en dieren. Maar met het Alfabet en zijn voorvormen (met name het joodse aleph-beth waarvan de letters zouden zijn ingeblazen door God zelf: letters als adem van God) ontstonden klanken die hun betekenis niet meer rechtstreeks aan de dingen ontlenen. Woorden en dingen dreven uit elkaar. ‘A’ verwijst niet rechtstreeks naar iets in de wereld of de natuur. Er ontstaat een symbolische orde die losstaat van de natuur: begin van een virtuele werkelijkheid als een tweede huis van een mens die zijn eerste oorspronkelijke huis, de natuur, steeds meer vergeet... 62 Pagina 62
Pagina 64Heeft u een publicatie, online publisher of ekranten? Gebruik Online Touch: presentatie digitaal publiceren.
541 Lees publicatie 215Home