Wij weten slechts zeer ten dele wat natuur is. Wij kennen amper onze eigen natuur. Maar juist deze relatieve onwetendheid kan het natuurverhaal dat aan onze voeten ligt glans geven. Om daarvoor ruimte te geven, kan het goed zijn om even helemaal niets te zeggen: tijdelijke stiltegebieden als reservaten waar het onvoorspelbare, onvoorziene en verrassende een kans maakt om op te staan en zich tot ons te richten – of niet. Is de mens zelf niet het wezen dat leeft in een zelfgeschapen reservaat van taal? Leven wij zelf niet in een kristalpaleis dat ons blind maakt voor alles wat buiten ons beperkte blikveld valt? Kunnen stiltegebieden ons niet helpen om dat onder de aandacht te brengen en daarmee helpen om de angel uit ons eenzijdige taalbesef te halen? Zou dit kunnen helpen om vatbaar te worden voor het geluid van dieren, vogels, water en wind? Kan het helpen om ons te voorzien van Nieuwe zintuigen? Zie de vogel hoog boven de lijn van land en zee! Door hem word ik groter, wijdser, meeromvattender. Door hem begrijp ik dingen in een taal die niet de mijne was maar waarvan ik voorvoel dat hij leidt tot een betrokkenheid die ik niet voor mogelijk hield. Het Nieuwe thuiskomen... natúúrlijk brengt het ook nieuwe, andere zintuigen en betrokkenheden met zich mee. Verhaallijnen van contact maken expliciet dat er bestaanswijzen zijn voorbij de kloof tussen binnen en buiten. Hoe vaak vergeten natuurfanaten niet de innerlijke eigen natuur? Hoe krankzinnig vindt menig vogelliefhebber de oproep om ook micro-organismen lief te hebben? Natuurlijk kunnen we ergens een scheidslijn trekken tussen bewuste en onbewuste levensvormen (Damasio bijvoorbeeld gelooft dat andere zoogdieren en vogels bewustzijn hebben, maar twijfelt bij reptielen en vissen). We kunnen hier onderscheid maken tussen een intellectuele oproep om je te verdiepen in andere levensvormen. En tussen het verzoek om het 132 Pagina 132

Pagina 134

Heeft u een whitepaper, ibrochure of internet artikelen? Gebruik Online Touch: publicatie naar een online publicatie converteren.

541 Lees publicatie 215Home


You need flash player to view this online publication