In het recente verleden is door regelgevende instanties voor de Nederlandse visserijsector gewerkt met tijdelijke ontheffingen (artikel 5 van de Schepenwet) waardoor vissersvaartuigen gecertificeerd konden worden om (tijdelijk) werkzaamheden op zee uit te voeren, bijvoorbeeld als guard vessel. Dit was een overgangsregeling voor schepen kleiner dan 500 GT (Gross Tonnage). Sinds 2009 worden aan deze schepen echter nadere eisen gesteld waardoor het erop lijkt dat de meeste bestaande kotters daaraan niet meer kunnen of zullen voldoen. 1.4 Leeswijzer De vijf eerdergenoemde nevenactiviteiten worden ieder in de volgende hoofdstukken behandeld aan de hand van de volgende vragen: Wat houdt de nevenactiviteit globaal in? Welke belangrijke wettelijke eisen worden gesteld aan het uitvoeren van de nevenactiviteit? Hoe groot is ongeveer de marktvraag naar de nevenactiviteit? Wie zijn mogelijke klanten voor de nevenactiviteit? En zijn er eisen en voorwaarden die klanten aan de nevenactiviteit kunnen stellen? Wie zijn concurrenten van de Nederlandse zeevissers? Welke technische aanpassingen aan een bestaand schip zouden moeten worden gedaan om de nevenactiviteit te kunnen verrichten? En wat kosten die aanpassingen aan een bestaand schip? Is de nevenactiviteit ook voor nieuw te bouwen visserijschepen haalbaar? Het is niet altijd mogelijk gebleken om op bovenstaande vragen antwoord te geven. 10 Pagina 15
Pagina 17Interactieve e-webshop, deze presentatie of editie is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaliseren van internet handleidingen.
540 Lees publicatie 212Home